Leesimpressies

  • Arto Paasilinna: De zelfmoordclub

  • Nr. 24 - 2006
  • Finland is het enige land ter wereld dat mij eerder doet denken aan speerwerpers of skischansspringers dan aan schrijvers. Ze zijn er wel, schrijvers. Mijn leesclub had ooit Leena Lander op het menu gezet zonder daar veel enthousiasme mee te oogsten. Tegenwoordig staat Paasilinna in de belangstelling. Zijn norse gelaat siert de achterflap. De titel De zelfmoordclub sluit helemaal aan bij eerdere Finse associaties. Zo is er gedrenkt in alcohol een taxirit door nachtelijk Helsinki in een prachtige film van Jim Jarmusch. De novemberdagen zijn grijs. Laat ik eens een Finse schrijver over zelfmoord proberen. Wie dat lukt, komt de winter wel door. De zwaarmoedige tonen van Sibelius kunnen gaan klinken.


    Paasilinna begint geheel in stijl. Somberheid, melancholie en bodemloze apathie zijn de grootste vijanden van het Finse volk. Zo luidt de openingszin van het boek. Het is de dag van het midzomerfeest dat Onni Rellonen besluit een einde aan zijn leven te maken. Hij is zakenman en heeft net voor de zoveelste keer een faillissement achter de rug. De kinderen zijn de deur uit en zijn vrouw beperkt de conversatie met hem tot “hm”. Hij vindt het mooi geweest. Gewapend met een revolver stapt hij een afgelegen schuur binnen om de fatale daad te voltrekken. Binnen treft hij in plaats van de gewenste rust een man in een militair uniform die bezig is een touw met aan het eind een strop om de hanenbalk te knopen. Het is kolonel Hermanni Kemppainen die met hetzelfde doel op hetzelfde moment dezelfde schuur had uitgekozen. Verbluft stellen zij zich aan elkaar voor. Zij vertellen elkaar hun levensverhaal. De kolonel is uitgekeken op het leger en heeft na het overlijden van zijn vrouw zijn levenslust verloren. De aandacht die beiden bij elkaar vinden, verdrijft de grootste somberheid. Wat te doen met de toekomst die zij opeens weer bezitten?

    Zij realiseren zich dat er veel meer mensen in vergelijkbare omstandigheden moeten verkeren. Jaarlijks plegen ongeveer 500 mensen in Finland zelfmoord en het tienvoud daarvan kent suïcidale voornemens. In termen van de kolonel betekenen die cijfers dat jaarlijks twee bataljons zelfmoord plegen en een complete brigade dat overweegt. Zij willen voor deze groep wat betekenen en plaatsen een oproep in een landelijk dagblad. De kop van de advertentie luidt: heb je zelfmoordplannen?; geen nood je staat niet alleen. De reacties zijn overweldigend. De initiatiefnemers besluiten de briefschrijvers uit te nodigen tot het bijwonen van een seminar in Helsinki.

    Tijdens het seminar voert een deskundige psychologe het woord die de laatste inzichten over zelfmoord en het voorkomen daarvan aan de deelnemers meegeeft. Een gebrek aan belevingsverwachtingen vormt volgens haar wetenschappelijke inzichten de belangrijkste oorzaak. Daarna is het tijd voor de vrije tribune waarbij de aspirant zelfmoordenaars zelf hun zegje mogen doen. Er ontstond veel animo voor het plan om grootschalig over te gaan tot een collectieve zelfmoord. Dat leidt tot een busreis naar de Noordkaap met als doel in grote vaart van de rotsen de ijszee in te duiken. Een busondernemer met zelfmoordneigingen treedt op als chauffeur. Onderweg worden belangstellenden van thuis opgepikt. Hilarisch is dat haast geboden is. Het reisgezelschap vreest dat kandidaten thuis al de hand aan zichzelf geslagen hebben zodat zij aan het collectieve einde niet meer mee kunnen doen. Op de plek van bestemming volgt een anticlimax. Op het moment dat de bus de topsnelheid bereikt, wordt er door verschillende reizigers op de stopknoppen gedrukt. De poging wordt afgeblazen. Het verschil tussen wel of niet zelfmoord plegen, blijkt een wankele lijn te zijn. Aan deze zijde is er de gehechtheid aan het leven met aan gene zijde de uitzichtloosheid. Het gezelschap met de benaming Open Genootschap Anonieme Stervelingen wil naar Zwitserland om daar een nieuwe poging te wagen. De Alpen kennen immers diepe ravijnen waar de bus een onherroepelijk einde kan vinden.

    De reis die dan volgt krijgt trekken van een slapstick. Slecht weer verhindert deze keer de ontknoping. Het volgende reisdoel is de Cabo de Sao Vicente in het zuidwesten van Portugal. De verruimde blik buiten de eigen kleine wereld en het saamhorigheidsgevoel onderweg zorgen ervoor dat de levenslust terugkeert. Het is vooral de chauffeur van de bus die wil vasthouden aan de oorspronkelijke opzet. De reizigers, waartussen verschillende romances zijn opgebloeid, hebben nieuwe oogmerken gekregen. Met die tegenstelling eindigt het boek.

    In de Nederlandse literatuur hebben Jeroen Brouwers en Joost Zwagerman over het onderwerp zelfmoord geschreven. Zij deden dat bij voorkeur met beschouwend proza. Het thema leende zich kennelijk minder voor verhalend proza. Er zijn genoeg boeken waar zelfmoord in voorkomt met wellicht Anna Karenina als beroemdste voorbeeld. Zelfmoord is in fictie de resultante van de weg die een personage kiest maar is niet zelf de centrale invalshoek van een roman. Uitzondering is Martin Amis die in Night train een soort perfecte, want onverklaarbare, zelfmoord heeft behandeld. Nu heeft Paasilinna een poging gedaan en er een vrolijk werk van gemaakt zonder de zwaarte van het onderwerp volledig uit het oog te verliezen. Je kunt ook over een tragisch onderwerp lichtvoetig schrijven. Dit boek tilt zelfmoord naar een onderhoudend niveau. Dat is een verfrissende insteek.

    Terug