Leesimpressies

  • Jung Chang: De keizerin

  • Nr. 31 - 2014
  • We hadden lang niets meer gehoord van Jung Chang. Begin jaren negentig werd zij wereldberoemd met haar familiekroniek Wilde zwanen. Dat boek toonde de ontberingen waaronder het Chinese volk leed tijdens de heerschappij van Mao. De reputatie van de voorzitter en groot zwemkampioen kreeg met het boek een finale dolksteek. Ook in het nieuwste werk van Jung Chang krijgen we een indringend beeld van een Chinese vorst, dit keer van keizerin Cixi die leefde van 1835 tot 1908. Het is een bijzondere samenloop van omstandigheden deze biografie te lezen nu de publieke opinie de machthebbers van China in het vizier houdt om te bezien hoe zij omgaan met de protesten in Hongkong. Staat de betogers een vergelijkbaar lot te wachten als de studenten op het Tiananmenplein of toont de regering deze keer meer zelfbeheersing? Een tank tegenover een paraplu. Het omgaan met oppositie gaat de Chinese leiding niet makkelijk af. In Tibet en Taiwan kunnen ze hier over meepraten. Ook de Oeigoeren doen desgevraagd graag een boekje open. Die houding bestond al tijdens het bewind van keizerin Cixi, hoewel zij zich van de rest van de elite onderscheidde door een verzoenende houding tegenover buitenlanders. Zij moest in eigen kring handig laveren om haar opvattingen tot gelding te brengen.

    Als meisje van 16 maakte Cixi, een erenaam die zachtaardig en blijmoedig betekent, haar opwachting aan het hof. Zij behoorde tot het volk van de Mantsjoe en werd uitverkozen om toe te treden tot de harem van de keizer. Er was slechts één keizerin maar daarnaast was er plaats voor diverse concubines die bij landelijke selecties werden uitverkoren. Tussen de concubines was er sprake van een hiërarchie. Cixi behoorde niet tot de bovenste regionen. Ze leefde net als de andere concubines te midden van eunuchen in de beslotenheid van de Verboden Stad. Tot zij op een dag de eerste zoon van de keizer baarde. Daarmee gaf zij haar loopbaan een geweldige opwaartse impuls. Keizer Xianfeng, bijgenaamd de Manke Draak, was een ziekelijk type met weinig belangstelling voor staatszaken. In 1861 overleed de keizer waarna de positie van Cixi aan gewicht won. Samen met echtgenote keizerin Zhen maakte zij de dienst uit. De twee vrouwen stonden alle twee bekend als keizerin-weduwe. Zij ontfermden zich in goede harmonie over de zoon van de keizer, de beoogde erfopvolger. Tussen de twee vrouwen tekende zich een hecht bondgenootschap af dat duurde tot aan de dood van keizerin Zhen in 1881.

    Eunuchen lieten in hun broekspijpen kniekussentjes innaaien, want zij moesten op de knieën vallen, altijd, overal, ook op de stenen vloer of een rotsbodem


    Het was geen gemakkelijke tijd voor China. Er werden twee Opiumoorlogen verloren van het Westen. Later volgde een smadelijke nederlaag tegen Japan, waarbij zulke hoge herstelbetalingen verschuldigd waren dat het land aan de rand van een bankroet belandde. Het is opmerkelijk dat een groot land bij gewapende conflicten steeds aan het kortste eind trok. Er was nauwelijks een leger van betekenis.
    Jung Chang schildert met een groot oog voor detail het leven aan het hof. Het is een leven van isolement. Het volk lijkt in het hele boek zo goed als afwezig. Wel zijn er vele intriges rond de troon. Op alle mogelijke manieren wordt er afstand gehouden. Het was verboden de keizer in het aangezicht te kijken. Bij audiënties stond er een zijden scherm tussen vorst en gast. Het vervoer van de keizer geschiedt per draagstoel met baldakijn.
    Jung Chang ontpopt zich als een groot bewonderaar van keizerin Cixi. Op diverse plaatsen in het boek tracht zij kritische noten die over de keizerin gekraakt zijn door geschiedschrijvers te ontzenuwen. Ze put uit vele bronnen. Ze haalt met grote regelmaat opmerkingen aan uit dagboeken afkomstig van getrouwen uit de omgeving van de keizerin onder meer van enkele buitenlanders. Nergens stelt zij de vraag aan de orde hoe betrouwbaar deze getuigen zijn. Natuurlijk kun je slechts putten uit bronnen die beschikbaar zijn maar hoe staat het met de vooringenomenheid van deze mensen? Over haar verdiensten kun je twisten maar het is onmiskenbaar zo dat Cixi beschikte over grote overlevingskunst. Ze is heel wat rivalen te slim af geweest. Zachtzinnig ging ze niet altijd te werk. Ze deinsde niet terug voor het maken van slachtoffers als dat haar doel dichterbij bracht. Jung Chang heeft voordat zij China verliet om in het buitenland te gaan studeren van nabij de gruweldaden tijdens het regime van Mao meegemaakt. Blijkbaar zie je dan wat losse moorden makkelijk door de vingers. In totaal zou Cixi 47 jaar aan het roer staan, waarvan 36 jaar als werkelijke heerseres. Haar eigen zoon en haar geadopteerde zoon waren respectievelijk twee en negen jaar aan het bewind. Tegen het eind van haar heerschappij was zij bezig met de voorbereiding om stemrecht in te voeren. Na haar dood in 1908 was het snel gedaan met de Qing dynastie. In 1912 werd China een republiek als aanloop naar de Volksrepubliek. Het keizerrijk zou plaats maken voor het rode boekje.

    Terug