Leesimpressies

  • Michal Viewegh: De opvoeding van Boheemse meisjes

  • Nr. 38 - 2019
  • Een levensloop is een mengelmoes van min of meer weloverwogen beslissingen afgewisseld met interventies door het toeval. Sommige zaken vallen binnen je horizon en andere daarbuiten. Zelf ben ik nooit toegekomen aan het opvoeden van Boheemse meisjes. Misschien een gemiste kans. Het bijzondere van literatuur is dat je in contact kunt komen met onderwerpen die je niet uit eigen ondervinding kent. De Tsjech Michal Viewegh heeft die taak op zich genomen als het gaat om de opvoeding van Boheemse meisjes. De roman maakt deel uit van een drieluik aan romans uit de jaren negentig dat door uitgeverij Wereldbibliotheek in Nederland is uitgebracht. Het betreft een periode waarin de zegeningen van het communisme in Oost-Europa tot een einde zijn gekomen. November 1989 is het moment dat een nieuw tijdperk inluidt. De oorlog, zelfs de koude variant, is voorbij. Alle remmen mogen los. Veel schrijvers hebben die ruimte met opvallend vertelplezier benut. Viewegh maakt deel uit van dat gezelschap. Zijn personages laten zich de nieuwe mogelijkheden goed smaken. Gewoontes uit het verleden blijven echter de kop opsteken. Verwarring is de naam van de tijdgeest.

    Zodra een vrije markt ontstaat, verschijnen er eerder vroeg dan laat vrije jongens. De miljonair Kral is zo’n vrije jongen. Hij zoekt een privéleraar voor zijn dochter. Het meisje lijdt aan liefdesverdriet en bezit schrijfambities. Kral benadert voor deze taak de hoofdpersoon van de roman. Hij is geknipt voor die functie want leraar, schrijver en zelf vader van een dochter. Bovendien is het honorarium een veelvoud van het salaris dat hij op school ontvangt. In de drie vertaalde romans van Viewegh is steevast de hoofdpersoon een schrijver en wel iemand die veel op Viewegh lijkt. In De opvoeding van Boheemse meisjes is de privéleraar de auteur van Te gekke jaren, niet toevallig de debuutroman van Viewegh. De lezer is zich snel bewust dat hij terechtgekomen is in een postmoderne roman. Natuurlijk met veel intertekstualiteit. Viewegh maakt veelvuldig gebruik van citaten die hij naar hartenlust door het verhaal strooit. Hij doet dat uiteraard na zich verdiept te hebben in de kwestie hoe deskundigen aankijken tegen het gebruik van citaten in hedendaags proza. De Franse filosoof Roland Barthes is een autoriteit op dit gebied. Hij verklaarde ooit de auteur dood omdat het de lezer vrijstond naar eigen believen een interpretatie aan elke tekst te geven. Barthes kwam, zoals een semioticus betaamt, aan zijn einde na aangereden te zijn door een bestelwagen. Soms vallen denotatie en connotatie samen.

    Er bestaat nooit enige originaliteit. We leven in een zekere vorm van grote uitwisseling, in een grote intertekstualiteit. Ideeën rouleren, de taal eveneens. Het enige dat we daarbij kunnen doen en ons aanwennen , is het combineren daarvan


    In een postmoderne roman is het verhaal minder belangrijk dan het vertelproces. De lezer wordt rechtstreeks aangesproken door de technieken en dilemma’s van de schrijver. Het leveren van commentaar op de keuzes die de auteur zelf maakt behoort tot het vaste ritueel van de postmoderne schrijver. Dat allemaal is vaak zowel gekunsteld als vermoeiend. Toch lukt het Viewegh de aandacht vast te houden door het hoge tempo waarin hij de hilarische gebeurtenissen voorschotelt. Absurde dialogen zorgen voor verlichting. Wie graag experimenteert, kan dat maar beter met humor doen.
    Miljonair Kral heeft twee dochters. De jongste Agatha drijft de spot met de privéleraar. Zij weigert met hem te spreken. De oudste heet Beata. De twee eigenzinnige Boheemse meisjes maken het leven van de privéleraar er niet makkelijker op. Met Beata, die zelf leraar wordt, krijgt hij een verhouding die geen lang leven is beschoren. Het boek bevat veel scènes die gesitueerd zijn op school. Dan gaat het over belevenissen in de lerarenkamer, de moeite die de docenten hebben met het temmen van de leerlingen of het excentrieke karakter van sommige types bijvoorbeeld zoals de directeur. De laatste hult zich graag in een Amerikaans legertenue. Hij is drukker met zijn nevenactiviteiten dan met zijn directeurschap. De school is een uitvoering in zakformaat van de Tsjechische samenleving.
    Viewegh schept er plezier in de lezer op het verkeerde been te zetten. Het ene moment lezen we dat hij De wereld volgens Garp een fantastische roman vindt maar niets moet hebben van de ingevoegde verhaaltjes die John Irving daarin heeft opgenomen. Het volgende moment drukt hij zelf zo’n ingevoegd verhaaltje af. Op de laatste bladzijde haalt Viewegh Graham Greene aan, die de gewoonte had om in de slotzinnen van zijn boek alles onderuit te halen wat hij voordien beweerd had. De slotzin bij Viewegh luidt: “je moet de literatuur niet zo serieus nemen”.
    Viewegh springt van de hak op de tak maar doet dat onophoudelijk met een vrolijk elan. Daar zit vooral de kracht van het boek. Wie na lezing denkt dat hij het opvoeden van Boheemse meisjes onder de knie heeft, kon echter wel eens bedrogen uitkomen. Dat is bepaald geen sinecure.

    Terug