Leesimpressies

  • Philip Roth: Alleman

  • Nr. 10 - 2006
  • Saul Bellow, John Updike en Philip Roth vormden de kopstukken van de Amerikaanse literatuur in de tweede helft van de twintigste eeuw. Bellow is niet meer maar Updike en Roth willen deze eeuw hun positie nog niet afstaan. Beide zijn in de zeventig en hun productiviteit ligt hoger dan ooit. Na –The plot against America- verscheen van Roth dit jaar –Alleman-. Na een historische roman is er nu een boek dat een nieuw genre lanceert: de medische biografie.

    Hoofdpersoon is de voornaamloze Alleman. We krijgen een indringend beeld van wat de kern van zijn leven uitmaakt maar tegelijk heeft die individuele geschiedenis universele allure zoals uit zijn naam is af te leiden. De kapstok om het leven aan op te hangen zijn de ziektes die Alleman overkomen. Roth voert graag hoofdpersonen op die onder verschillende benamingen, met Nathan Zuckerman als bekendste, zijn te beschouwen als afsplitsingen van hemzelf. Alleman behoort ook tot die categorie.

    Het boek opent met de begrafenis van Alleman op een vervallen kerkhof in de uithoek bij een vliegveld. We worden direct met de neus op de feiten gedrukt. Het leven is een ongeneeslijke ziekte. Vervolgens krijgen we chronologisch de levensloop van Alleman gepresenteerd. Hij groeit op in een liefdevol joods gezin samen met een oudere broer. Vader drijft een juwelierszaak. Alleman typeert zijn ouders als zij waren vader en moeder en hadden geen andere verlangens. Tijdens die beschermde jeugd wordt het ziekenhuisdossier aangemaakt. Op negenjarige leeftijd is er de eerste opname vanwege een liesbreuk. Dat maakt op zich al veel indruk en helemaal omdat hij daar via de jongen in het bed naast hem een sterfgeval meemaakt.

    Na zijn studie gaat Alleman werken bij een reclamebureau en weet in die wereld een geslaagde loopbaan te realiseren. Privé zijn er drie huwlijken die steevast door echtscheiding aan hun eind komen. Carrière en huwlijken krijgen we via momentopnamen gedoseerd want bij een blakende gezondheid slaat Roth jaren over. Dan is er echter een geperforeerde blindedarm annex buikvliesontsteking en zoomen we in op wat dat bij Alleman te weeg brengt. Steeds vormen de lichamelijke kwalen ankerpunten waaromheen het verhaal verteld wordt. Op die manier leren we Alleman als vader kennen. Uit zijn eerste huwelijk, dat hem te benauwd werd, zijn er twee zoons. Met hen heeft hij nauwelijks contact want zij zijn altijd wrokkig gebleven over zijn vertrek. Zij hebben voor hun vader met zijn passie voor schilderen de kwalificatie vrolijke klodderaar bedacht. Zijn tweede huwelijk resulteerde in een dochter, Nancy. Vader en dochter zijn dol op elkaar. Nancy blijft een lichtpunt als het ouder worden en de ziektes, die zich steeds frequenter aandienen, zijn levensvreugde aantasten. De moeder van Nancy was zijn grote liefde. Zij wijst hem de deur omdat ze weigert zijn sexuele avonturen te accepteren. En zijn leugens daarover nog minder. Als echtgenoot was Alleman geen succes.

    Na de aanslag op de Twin Towers gaat hij spoorslags uit New York weg. Hij trekt zich terug in een ressort voor welgestelde ouderen. Luxe en lichamelijk verval houden elkaar hier in evenwicht. In de hoop op wat interessante aanspraak gaat hij een cursus schilderen geven. Dood en ziekte vormen de dominante gespreksstof. In een aangrijpende scene maken we kennis met de enige talentvolle cursiste. Zij, net weduwe geworden, verwend met een boeiend en succesvol leven lijdt ondragelijke pijnen. Zij is het prototype van een sterke persoonlijkheid. Alleman probeert haar tijdens een hevige aanval steun te bieden. Toch komt korte tijd later het nieuws dat zij een fatale dosis slaappillen heeft genomen. Zo zijn we er verder getuige van dat vlak na elkaar drie vooraanstaande collega’s van het reclamebureau komen te overlijden. Ziektes zorgen ervoor dat ook de maatschappelijke winnaars eindigen als verliezers.

    De laatste zeven jaar belandt Alleman ieder jaar in het ziekenhuis. Zijn aderen slibben dicht. Is het ene mankement verholpen, duikt het volgende op. Het boek toont de achterzijde van de welvaart. We gaan niet maar zo dood en de technologische vooruitgang weet het onheil meestal nog even uit te stellen. Er wordt een defibrillator ingeplant, er worden bypasses aangelegd en de aderen worden van stents voorzien. Allemaal ingrepen die niet alleen het lichaam raken maar ook de geest. Roth beschrijft haarscherp wat ziektes met je zelfbewustzijn doen. Illustratief is de relatie met zijn oudere broer. Hun hele leven hebben de twee een hechte band gekend. De oudste stond altijd klaar voor de jongste en maakte hem wegwijs in het leven. Twee kinderen van dezelfde ouders maar toch met een verschillende erfelijke belasting: Alleman voortdurend getroffen door ziektes en zijn broer nooit. De ergernis daarover loopt zo hoog op dat Alleman zelfs het contact begint te mijden. Op een gegeven punt kan hij zijn broer niet meer uitstaan enkel vanwege diens eeuwige gezondheid.

    Zolang we gezond zijn staan we niet stil bij lichamelijk verval en als we dat incidenteel wel doen weten we niet hoe dat voelt. Dit boek werpt een intense blik in het voorland van velen. Het boek kent geen hoofdstukindeling. In een ononderbroken stroom grijpt Roth de lezer bij de keel. Er staat geen woord te veel. Alleman is iedereen. Dit is zo’n boek dat, als je het uit hebt, nog dagen in het hoofd blijft spoken. Grote literatuur verzint de waarheid ook als die angstaanjagend is.

    Terug