Leesimpressies

  • Tess Gerritsen: Het stille meisje

  • Nr. 2 - 2015
  • In het Chinatown van San Francisco heb ik een paar keer gegeten. De maaltijd was prima, de bediening beleefd en ingetogen. Dat laatste was een misleidende indruk. Een avond tussendoor zat ik op de tribune van AT&T Park. Als zo vaak was de pitching van de Giants superieur. De slagploeg van de Colorado Rockies had weinig in te brengen. De gedachten dwaalden af. Voor mij was er een adembenemend uitzicht op de invallende duisternis boven de baai van San Francisco. Achter mij vond een heftig gesprek plaats tussen Chinese vrouwen, allemaal meisjes die lang geleden 16 waren. Ik begreep er niets van, zelfs niet of er enthousiasme dan wel boosheid in het geding was. Het tempo lag hoog, de toon was luidruchtig. Er was kennelijk bepaald dat iedereen haar zegje kon doen lang voordat de ander was uitgesproken. Hier werd gekwebbeld op Olympisch niveau. Van Chinese mannen ontbrak elk spoor. Mijn vermoeden ging richting huisarrest.

    In de Nederlandse maand van het spannende boek trof ik in een boekwinkel een Chinees uitziende dame omringd door een schare handtekeningenjagers. Zij was opgegroeid in Californië en leefde nu in Maine. Diagonaler kun je in de USA niet verkassen. Haar achternaam valt te schrijven op het conto van een echtgenoot met Nederlandse herkomst. Van huis uit was ze arts maar nu inmiddels beroemd vanwege de thrillers die zij schreef. Die middag trad zij op als spraakwaterval. Zelden bood een Haagse boekwinkel een mooier panorama op de baai van San Francisco. Haar persoonlijkheid was imposant zodat ik me voor nam ooit iets van haar te lezen. Tess Gerritsen, want zo heet de mevrouw in kwestie, is aan een serie bezig met twee vrouwelijke hoofdrolspelers. De ene is Maura Isles, een forensisch patholoog met een karakter dat pendelt tussen rechtlijnig en onkreukbaar. De ander heet Jane Rizzoli en is rechercheur na een stevig gevecht om een prominente positie in een wereld van mannen.
    Tess Gerritsen heeft als decor voor Het stille meisje het Chinatown van Boston gekozen. Ook daar heb ik wel eens gegeten al is de herinnering aan de prijs-kwaliteit verhouding van die ervaring vervaagd. Wel is blijven hangen dat Chinatown begint aan de rand van Boston Common, het centrale park van Boston, waar konijnen de dienst uitmaken. Tegenover Chinatown, aan de andere kant van het park, bevindt zich café Cheers waar ooit Sam Malone biertjes tapte voor de vaste bezoekers. Where everybody knows your name.
    Het verhaal neemt zijn loop aan de hand van een gids die de toeristen door Chinatown loodst. Hij vertelt over een bloedig drama, negentien jaar geleden, in visrestaurant De Red Phoenix. Een kok schoot vier mensen dood waarna hij zelfmoord pleegde. Dan valt het oog op een losse mensenhand. De toeristen vermoeden nog even dat het voorval een gepland onderdeel vormt van hun tocht. Even later duikt de rest van het lichaam op. Het verse lijk houdt verband met het oude bloedbad. Jane Rizzoli kan aan het werk.

    Voor de politie is een moord-zelfmoord een meevaller, een zaak verpakt in cadeaupapier met een mooie strik erom, de gerechtigheid al gediend omdat de dader zo vriendelijk is geweest zichzelf van kant te maken


    Door het verhaal in Chinatown te situeren verschaft Gerritsen zich een alibi om flink wat mysterieusheid in haar verhaal te stoppen. “In Chinatown was niets ooit eenvoudig, niets was wat het leek te zijn.” Er maakt een aapachtige schim zijn opwachting die op de videocamera’s raadselachtig onzichtbaar blijft. Ook is er sprake van een eeuwenoud zwaard met een legendarische reputatie. Tess Gerritsen heeft er plezier in om haar lezers de stuipen op het lijf te jagen. Een thriller zonder spanning is natuurlijk als alcohol zonder bier. Het pleit voor het vakmanschap van een auteur als die spanning wordt opgeroepen binnen een geloofwaardige setting. Op dit punt schiet het boek soms tekort. Peter R. de Vries zal het vermoedelijk niet uit lezen omdat de politie zich weinig van protocollaire voorschriften aantrekt. Rizzoli opereert graag op eigen houtje. In het boek wordt tot twee keer toe een huurmoordenaar zelf om het leven gebracht. Je zou dan verwachten dat de politie zich op die twee levens stort om informatie te vergaren die tot de opdrachtgever leidt om aldus bij de eindverantwoordelijke uit te komen. Niets van dat alles.
    Gerritsen is bedreven in het opvoeren van dwaalsporen. De thriller wordt verteld vanuit het perspectief van een alwetende verteller maar enkele hoofdstukken zijn geschreven vanuit het perspectief van een vrouwelijk sportschoolhouder, weduwe van een slachtoffer uit De Red Phoenix, die duidelijk iets te verbergen heeft. De ontmaskering van deze vrouw lijkt lang de rode draad van het verhaal. Binnen haar eigen logica weet Gerritsen redelijk goed de samenhang te bewaren. Zo wil de politie graag de gepensioneerde rechercheur ondervragen die indertijd de misdaad heeft onderzocht. Dat laat op zich wachten omdat de betrokkene een weekje is gaan vissen. In het begin van het boek wordt terloops vastgesteld dat er geen visgerei tussen zijn bagage zat. Aan het eind van het boek komt de lezer er achter waarom dat zo was.
    Het probleem bij Tess Gerritsen is vooral te vinden in wat ze niet vertelt of haar personages niet laat doen. Bij haar wint de spanning het van de geloofwaardigheid.

    Terug