Leesimpressies

  • Julie Otsuka: De zwemmers

  • Nr. 27 - 2022
  • Mensen die regelmatig baantjes zwemmen vormen een bijzondere microkosmos. Hun band bestaat uit het delen van tijd en plaats. Ze kennen elkaar niet of nauwelijks. Gehuld in badkleding treffen mensen elkaar om te ontspannen, een vaste gewoonte die houvast biedt. Volledig gekleed is de kans groot dat men elkaar in de openlucht niet herkent. Ik neem daar deel aan meestal in Het Sterrenbad van Wassenaar en soms in De Eenhoorn te Oostburg. Behalve voor lichamelijke oefening is een zwembad voor mij de plaats om losse zinnetjes te verzamelen van tegemoet komend zwemverkeer. Pasmunt in het intermenselijk verkeer. Het gaat om kiezelsteentjes die niet mogen verdwijnen in het grote grind. “Wij vliegen altijd vanaf Düsseldorf” stamt uit Wassenaar, “Volgens mij komt het door de medicijnen” uit Oostburg. Het zijn opmerkingen die een poosje zonder context in het hoofd blijven ronddolen. Ik raak ze kwijt door ze in een schriftje te noteren. Achtergronden van mensen blijken in het zwembad irrelevant. Leeftijd, gender, religie en etniciteit doen niet ter zake. In een zwembad bestaan slechts drie soorten mensen: snellebaanmensen, gemiddeldebaanmensen of langzamen. Julie Otsuka begint haar roman met een beschrijving van enkele inwoners van de microkosmos zwembad.

    Julie Otsuka is in 1962 geboren in de USA als dochter van Japanse immigranten. Tot de banenzwemmers in de roman behoort Alice, een gepensioneerde laborante met beginnende dementie. Daarnaast leren we andere bezoekers van het ondergrondse zwembad kennen. Zo is er een wegbezuinigde reclameman, een pas gescheiden personeelsmanager, een tweederangs modeontwerper, een acteur die op tv een agent speelt en een universitaire docent gespecialiseerd in priemgetallen die telkens precies 79 baantjes zwemt. De auteur houdt van lange opsommingen en van trefzekere typeringen. Pas verderop zal blijken dat Alice de moeder van de auteur is en dat het verhaal zich toespitst op hun relatie en op het ziekteverloop bij Alice. Er zijn in totaal vijf hoofdstukken. Per hoofdstuk neemt de focus toe en stijgt de grimmigheid. Bovendien wijzigt per hoofdstuk de vertelstijl.

    En als we onze baantjes gezwommen hebben, hijsen we ons het bad uit en staan, druppend en verfrist, ons evenwicht hersteld, klaar om weer een dag op het droge tegemoet te treden


    Het eerste hoofdstuk zonder een duidelijke verteller is beschrijvend van aard. Ter verlevendiging zijn er citaten van de deelnemers als illustratie opgenomen. Dan verdwijnt de onschuld. Er manifesteert zich een barst op de bodem van het zwembad. De eerste persoon meervoud levert de vertelstem. Het wordt duidelijk wat die ontwikkeling met ons doet, hoe we dat incident ervaren. Het hoe en waarom van de barst komt uitgebreid aan bod. De meningen zijn verdeeld. Is het een onschuldig makkelijk reparabel incident of de voorbode van verder onheil? Experts van verschillende huize geven hun zienswijze. De directeur watersport bepleit een pas op de plaats. We moeten ons verstand gebruiken en ons niet verliezen in een kakofonie van speculatie. Het einde van de microkosmos lijkt nabij.
    Vanaf dit moment raakt het zwembad uit beeld en trekt Otsuka de lezer diep de familieverhouding in. Het hoofdstuk Diem perdidi, letterlijk ik heb de dag verloren, komt de dochter over haar moeder aan het woord. De afzonderlijke stukken beginnen met “ze weet nog” of “ze weet niet meer”. Via dit precisiebombardement wordt verhelderd in welke mate Alice nog de beschikking heeft over haar geestelijke vermogens. Wat er nog wel is en wat niet meer. Soms is er een opleving van klaarheid, de trend is onontkoombaar neerwaarts.
    Dan volgt het hoofdstuk Belavista dat verwijst naar de instelling waar Alice wordt opgenomen. De aanspreekvorm wijzigt in U. Het is of de corporate brochure zich rechtstreeks tot jou als lezer richt. Het gelikte taalgebruik verhult niet dat wat praktisch als een keurslijf om de bewoner knelt zich vol trompetgeschal presenteert als een bruidsjurk. U mag vrijwel niks maar U bent wel een bofkont. Dr Nancy, goed voor 4 ton per jaar, staat aan het hoofd van een leger aan professionals dat zich overal tegen gewapend heeft. De tuinman buiten voor Uw raam is een beveiliger. “Wij hopen dat u geniet van uw verblijf bij ons en bedanken u nogmaals dat u Belavista hebt gekozen.”
    Het slothoofdstuk koerst af op het voorspelbare einde. Hier bestaat de vertelstem uit de tweede persoon enkelvoud. De achterblijvers en vooral de dochter proberen de balans op te maken. Alsof het barst in een zwembadvloer betreft, rijst de vraag naar het hoe en waarom. Een patholoog ontdekt dat er geen sprake was van Alzheimer maar van frontotemporale dementie. Hersenen met pickcellen zijn behoorlijk zeldzaam. Een professor zal de hersenplaatjes van Alice op een internationaal congres in Parijs presenteren aan vakgenoten.
    Julie Otsuka slaagt er overtuigend in om de verwoeste werking van een ziekte in een individueel geval om te toveren naar een verhaal met universele zeggingskracht. De details brengen de familieverhoudingen tot leven. Daar schuilt de rijkdom met een bijpassende stijl en structuur. Het zijn de deskundigen die met lege handen achter blijven. Zij weten vrijwel niets.
    middelr@xs4all.nl

    Terug