Leesimpressies

  • Anjet Daanje: Het lied van ooievaar en dromedaris

  • Nr. 13 - 2023
  • Schrijvers halen vaak met bijzondere berichten de nieuwskolommen. De zowel via de oude als de nieuwe Franse wetgeving gepensioneerde Michel Houellebecq wilde graag optreden in een pornofilm maar vroeg even later de rechter om een vertoning te verbieden. Vertrouwd is het bericht dat Peter Buwalda volgend jaar een grote roman zal uitbrengen. Hij hoeft alleen nog maar de huidige versie helemaal om te gooien. Rond het boekenbal vernemen we wie er allemaal op de traptrede van Harry Mulisch hebben gezeten. Van Anjet Daanje komen we te weten dat zij niet wil meedingen naar een literaire prijs omdat zij niet voor circuspaard wil spelen. Voor het standpunt van Daanje valt begrip op te brengen. Zij ziet liever de aandacht gaan naar haar werk dan naar haar als persoon. Haar laatste roman is een monumentaal werk dat die aandacht volledig rechtvaardigt. Daanje heeft zich laten inspireren door leven en werk van de gezusters Brontë. In de eerste helft van de 19e eeuw waren er drie domineesdochters in Yorkshire die schrijver waren. Zij stierven jong en van hun levens is weinig bekend. De mythe over hen leeft voort. Daanje concentreert zich op Emily Brontë wier naam verbonden is met “Wuthering heights”. Het werk werd aanvankelijk verguisd maar kreeg geleidelijk de status van meesterwerk.

    In de roman van Daanje draagt Emily de naam Eliza May Drayden. Haar roman heeft als titel Haeger Mass. Naast die ene roman bestaat de nalatenschap uit een raadselachtig aantekenboekje waarvan velen tevergeefs geprobeerd hebben de code te kraken. Het aantekenboekje raakt uiteindelijk verloren. De roman van Daanje begint bij het overlijden van Eliza May. Het boek bevat elf hoofdstukken waarin steeds een ander percentage centraal staat. De tijd schuift op. Het begint in de eerste helft van de negentiende eeuw en eindigt in de huidige tijd. Daarin reist de lezer van Engeland naar Groningen met tussenstops in de Verenigde Staten, het Frankrijk van WOI en de belevenissen van een Duitser in Londen rond WOII. In alle hoofdstukken is er een relatie met Eliza May Drayden. In de loop van de tijd zal de aard van de relatie wijzigen. Van een dikke streep naar een stippellijn. Vaste thema’s keren in de verhalen terug. Eliza May was dol op haar jongere zus die al voor haar overleed. Met de twee jaar oudere Millicent, die later zou promoveren van domineesdochter naar domineesvrouw, was de band eveneens hecht. De twee schreven in elkaars gezelschap aan hun werk. De dominee staat oogluikend toe dat zijn echtgenote schrijft. Dat schrijven is ijdel gedoe dat afleidt van het geloof.

    Als voorwaarde stelde Eliza wel dat ze beiden een onzijdig pseudoniem zouden aannemen en dat niemand, helemaal niemand, niet hun eventuele uitgever, niet Millicents beste vriendin, mocht weten dat zij tweeën de romans hadden geschreven. En aldus geschiedde


    De afzonderlijke hoofdstukken bezitten de vitaliteit om als verhaal of novelle op eigen benen te staan. Personages krijgen verdieping en een tijdsbeeld wordt geschetst. Daarbij vallen met terugwerkende kracht verschillende dingen op. Er zijn veel kroostrijke gezinnen waarbij veel kinderen nooit de leeftijd van een volwassene zullen bereiken. De vrouw verkeert in een afhankelijke positie. Zonder de steun van een vader of echtgenoot dreigt het lot van vloeren poetsen.
    De dood is een terugkerend thema. In het allereerste hoofdstuk is de hoofdrol weggelegd voor een vrouw, die zelf een jonge dochter verloor, en lijken aflegt. Zij wast hen, zorgt dat de overledene een passende houding aanneemt en trekt de lijkwade aan. Zij zal zich na de dood over Eliza May ontfermen, die tegenstribbelend naar gene zijde zal vertrekken. In het laatste hoofdstuk, om de cirkel rond te maken, overlijdt de vrouw van de hoofdpersoon die klokkenmaker van beroep is. Ook bij haar gaat het verscheiden met haperingen gepaard. De beide echtelieden onderscheiden zich door een verschil in competentie, tussen enerzijds praktische en anderzijds theoretische kennis. Dat manifesteert zich onder meer in het verschijnsel tijd. Er is beleefde tijd versus kloktijd. Op diverse plaatsen springen er tegenstellingen in het oog. Onder meer tussen mythe en werkelijkheid of tussen wetenschap en complotdenken, of tussen geloof en bijgeloof.
    De meest in het oog springende rode draad in de roman is de hechte familieband die zich van zeer innig zich tot knellend kan ontwikkelen en vice versa. Dat is soms bij echtgenoten het geval. De wegen van de hartstocht zijn ondoorgrondelijk. Mensen trouwen die elkaar in de kennismakingsfase uiterst onaantrekkelijk vonden. Een aanzoek daalt als een donderslag uit de hemel neer. Een liefdevolle band kan daarentegen omslaan in animositeit.
    Meer nog dan tussen echtgenoten is de relatie tussen zussen intens. Zij wandelen samen, spelen samen piano, schrijven samen en slapen bij elkaar in bed. Er is zelfs een hoofdstuk waarbij de ouders hun tweeling naar de buitenwereld presenteren als een en dezelfde persoon. Dat betekent onder meer om de beurt naar buiten. De ouders weten deze omstandigheid bij spiritistische seances commercieel uit te buiten.
    De verhalen zijn meeslepend. Pas tegen het eind krijgt de lezer zicht waar de titel op doelt. Het eindresultaat levert een roman op rijk aan ideeën en verbeeldingskracht op een manier die in de Nederlandse literatuur een zeldzaamheid is. Mijn bekendheid met het werk van de zussen Brontë is vooral gebaseerd op de verfilmingen van hun romans. Dat is een gemis zij het niet onoverkomelijk. Een fascinatie voor de inspiratiebronnen zal het vermoedelijk makkelijker maken om van Het lied van ooievaar en dromedaris te houden en niet te volstaan met eerbiedwaardige bewondering.
    middelr@xs4all.nl

    Terug