Leesimpressies

  • Ian Kershaw: Personality and power

  • Nr. 15 - 2024
  • Kershaw is een Britse hoogleraar moderne geschiedenis. Zijn reputatie stoelt vooral op zijn vele publicaties over Hitler. In zijn laatste boek vormt Europa zijn invalshoek. Daar is nu veel aandacht voor met als blikvanger de aanstaande Europese verkiezingen. Dat wordt spannend. De uitslag van de laatste parlementsverkiezingen leert dat het aantal verwarde personen in Nederland verontrustend stijgt. Kershaw heeft het niet specifiek over de Europese Unie. Bij hem staat het continent in de volle breedte centraal. Hij behandelt 12 staatshoofden en/of regeringsleiders die hun stempel op Europa hebben gedrukt in de twintigste eeuw. Het betreft 11 mannen, witte mannen zeggen we tegenwoordig, en een vrouw: Margareth Thatcher. Een overkoepelende vraag die hem bezig houdt is of leiders de exponent zijn van de tijdgeest of juist zelf die tijdgeest bepalen. In de ogen van Kershaw hebben Rusland en Duitsland een groot aandeel gehad in de vorming van Europa. Elk is met drie leiders vertegenwoordigd. De Britten moeten het doen met Churchill en Thatcher. Verder komen aan bod: Mussolini, Franco en Tito. De Franse grandeur moet genoegen nemen met de vermelding van Charles de Gaulle. Zou je kiezen voor de Europese Unie dan zouden er vermoedelijk hoofdstukken geweest zijn voor niet-regeringsleiders als Jean Monnet, Robert Schuman, Paul-Henri Spaak en Jacques Delors.

    Kershaw blijft zorgvuldig weg bij een discussie over de grootheid van een leider. Dan kun je makkelijk verzeild raken in eindeloos geredetwist. Hij kiest ervoor om zijn kandidaten te selecteren op de impact die zij hebben gehad en op hun nalatenschap. Dat zijn variabelen die verschillend kunnen uitpakken. Zo heeft Tito een bepalende rol gespeeld in de vorming van Joegoslavië onder meer door met zijn partizanenleger de Nazi’s het land uit te werken en door te zorgen dat zijn land een eigen koers kon varen los van Russische inmenging in tegenstelling tot de andere landen van Oost-Europa. Zijn impact was groot maar zijn nalatenschap weinig duurzaam. Na de dood van Tito viel het land op bloedige wijze uiteen langs nationalistische lijnen.
    Kershaw onderscheidt vier facetten van machtsvorming waartussen overigens wel dwarsverbanden zijn te onderscheiden. Afhankelijk van tijd en plaats kan de dominante vorm van macht verschillen. Nu eens gaat het om economische macht, dan weer om ideologische, militaire of politieke macht. Kershaw geeft toe dat er nauwelijks kenmerken te vinden zijn die alle geportretteerden met elkaar delen. De leiders zijn hooguit allemaal zeer gedreven en in hoge mate meedogenloos. In de eerste helft van de vorige eeuw domineren de dictators daarna de democratische leiders. Het merendeel is aan de macht tijdens turbulente omstandigheden. Slechts drie van hen waren niet betrokken bij een oorlog tijdens hun ambtstermijn. Dat zijn Adenauer, Kohl en Gorbachev.

    Ter wille van de vergelijkbaarheid komen bij alle leiders dezelfde elementen terug: Kershaw staat stil bij hun biografische gegevens, in welk milieu groeiden zij op, bij de manier waarop zij de macht wisten te veroveren, bij de kenmerken van hun heerschappij en hun nalatenschap


    Kershaw heeft een vlotte pen. Zijn beschouwingen hebben een hoge informatiedichtheid zonder dat hij zich verliest in details. Voor mij was het hoofdstuk over Gorbachev het meest interessant. Deze man kwam in een dictatoriaal systeem aan de macht en toen hij het eenmaal zo ver had gebracht zette hij zich in voor democratie en vrede. Het beperken van de wapenwedloop in samenspraak met de Amerikaanse president is iets waarvoor hij de credits verdient. Gorbachev groeide op in een boerengezin in de Kaukasus. Hij werd uit overtuiging lid van de communistische partij. Na een studie in Moskou kwam een landelijke loopbaan binnen handbereik. Toen hij aan het hoofd stond van het regime realiseerde hij zich dat verstarring bezit had genomen van het systeem. Hij wilde openheid en hervorming. De begrippen perestrojka en glasnost kregen internationale bekendheid. Zijn populariteit in het buitenland was geen garantie voor binnenlands succes. Hij zou de laatste vertegenwoordiger van de Sovjet-Unie worden. Na hem viel het Rijk uiteen en werd via drinkebroer Jeltsin de weg geplaveid voor Poetin. Bij veel leiders heeft in de machtsvorming het toeval een groot aandeel. Gorbachev kwam aan de macht toen Breznjev op bijna 76 jarige leeftijd overleed na een machtsperiode van bijna 20 jaar. Breznjev werd opgevolgd door Andropov, de man die in Gorbachev een groot talent zag als bestuurder. Andropov overleed binnen twee jaar en werd opgevolgd door de eveneens bejaarde Chernenko die na een jaar al stierf. In deze context van gerontocratie kreeg Gorbachev de top van de piramide op een presenteerblaadje aangereikt.
    Kershaw sluit zijn betoog af met een hoofdstuk waarin hij algemene conclusies probeert te trekken. Hij doet dat door zeven hypothesen te bespreken waarvoor hij de 12 leiders als meetlat gebruikt. Ook dan lijkt de werkelijkheid complexer dan een wetenschapper op zoek naar antwoorden zou willen. Met uitzondering van Kohl blijft de volgende hypothese overeind. Single-minded pursuit of easily definable goals and ideological inflexibility combined with tactical acumen enables a specific individual to stand out and gain a following. De twee wereldoorlogen hebben in vergaande mate de ontwikkeling van Europa bepaald en boden leiders de gelegenheid een dominante rol te vervullen. Desondanks zijn er ook trends waarneembaar waaraan de besproken leiders niet of slechts zijdelings hebben bijgedragen. Dan gaat het om de afnemende invloed van de christelijke kerk, vrouwenemancipatie, de nadruk op mensenrechten, de technologische ontwikkeling en klimaatverandering. Incidenteel permitteert Kershaw zich een vooruitblik op de actualiteit. Zo waarschuwt hij voor de kracht van populisme en nationalisme. Populism, which elevates the nation above all else, is a political force capable of eroding long-standing democratic values and is hard to combat. The emotional pull of identity politics, a deep well that populism can tap, is not really susceptible to rational, dispassionate argument.
    middelr@xs4all.nl

    Terug