Leesimpressies

  • Jonathan Safran Foer: Extremely loud & incredibly close

  • Nr. 25 - 2009
  • Hoe verwerkt een jongetje van negen jaar het verlies van zijn vader die zich op de fatale datum in een van de torens in het World Trade Center bevond? Dat is kort gezegd het thema van de tweede roman van de jonge Amerikaanse schrijver Jonathan Safran Foer. Met zijn debuut Alles is verlicht trok Foer direct de aandacht van een internationaal lezerspubliek. Voor mij vormde het merkwaardige accent waarvan een hoofdpersoon in dat boek zich bediende een onoverkomelijke hindernis. Daarom deze keer de keus om Foer in het Engels te lezen. Achteraf bleek dat gelukkig. Extremely loud & incredibly close is een even aangrijpend als speels leesavontuur. Voor elke vakbekwame vertaler vormt het een opgave om in de buurt van het origineel te komen. Voor elke nieuwe vormgever trouwens evenzeer.

    Al direct na enkele bladzijden begint de lezer vertrouwd te raken met de bijzondere stem van de 9-jarige Oskar Schell. Hij is vroegwijs, fantasierijk en voorzien van een boel uitzonderlijke hebbelijkheden. Zijn springerige geest spat van het ene naar het andere onderwerp. Hij draagt alleen witte kleding en is vergezeld van een tamboerijn. De Duitse naam doet denken aan Oskar Matzerath met zijn blikken trommel. Zoals de protegé van Günter Grass beroemd is geworden vanwege zijn demonische trekjes zo ontwapenend is Oskar Schell. De Duitse link bestaat ook uit een relatie met Dresden waar de grootouders verbleven tijdens het bombardement, ook een gruweldaad die literaire inspiratie bracht onder meer aan Mulisch en Vonnegut. Die grootouders komen in het boek geregeld zelf aan het woord. Opa verdween kort voor de geboorte van zijn zoon, de vader van Oskar, maar schreef een groot aantal brieven aan hem. De grootmoeder, woonachtig in New York, ontfermt zich liefdevol over Oskar. Dan is er de moeder van Oskar met wie zijn verhouding wat afstandelijker is. Zij zoekt troost voor haar verdriet bij een nieuwe vriend. Oskar bejegent hem kortaf. Het enige dat hij tegen hem wil zeggen spreekt hij niet uit: “you are not my dad, and you never will be”.


    Een sprankelende zoektocht om de pijn van verlies te bezweren


    Met zijn vader had Oskar een hechte band. Zij speelden zelf verzonnen spellen waarvan de regels onduidelijk waren. Zo konden zij elkaar voortdurend aftasten of een handeling een aanwijzing in het spel zou zijn. Of juist niet. Vader vertelde Oskar bijzondere verhalen als hij hem in bed stopte bijvoorbeeld over een zoektocht naar het zesde borough van New York.

    Wat er precies op 11 september met vader is gebeurd, blijft onduidelijk. De tekst van enkele telefoongesprekken is bewaard gebleven. Oskar luistert daarnaar en probeert de betekenis te duiden achter de ogenschijnlijk beheerste berichten. Het lichaam is nooit gevonden. Is hij verbrand, bedolven onder het puin of misschien wel uit het raam gesprongen? Oskar meent zijn vader te herkennen op een foto van een springende man.

    Op een dag vindt Oskar op de bovenste plank in de kledingkast van zijn vader, verpakt in een envelop, een sleutel. Dat is het symbool voor het antwoord op alle vragen. Oskar begint een zoektocht naar het slot waarop de sleutel past. Hij brengt een bezoek aan Frazer and Sons, een sleutelmaker in de buurt. Dan ontvouwt zich een dialoog die typerend is voor de toon van het verhaal. “Are you Frazer, or are you Son?” “I’m Grandson, actually. My grandfather started the shop.” “Cool.” “But I suppose I’m also Son, since my dad ran things when he was alive. I guess I’m Frazer, too, since my son works here during the summers.” Bij nadere beschouwing merkt Oskar op dat er Black geschreven staat op de achterkant van de envelop. Als iemand zo maar een woord opschrijft bijvoorbeeld om een pen uit te proberen dan zijn er twee wegen die mensen het meest inslaan. Zij schrijven hun eigen naam of het woord dat overeenkomt met de kleur van de pen. Het boek bevat drie kleurenpagina’s om dit verschijnsel te illustreren. Oskar concludeert dat het om een eigennaam gaat gezien de hoofdletter waarmee Black geschreven is. Dat is de start van een systematische zwerftocht langs alle Blacks in de vijf boroughs van New York, een bron van bizarre ontmoetingen. Uiteindelijk krijgt Oskar een antwoord of meer een verklaring dan een antwoord. Terloops zijn er subtiele verwijzingen naar de dood en het verderf van 11 september. Liever niet met de metro reizen want dat kan een doelwit zijn. Of er is de gedachte om mensen te begraven in wolkenkrabbers onder de grond. Er komen steeds nieuwe mensen bij terwijl de oppervlakte van de aarde gelijk blijft. Dat zou een oplossing voor het dreigend ruimtegebrek zijn.

    Een opvallend kenmerk van het boek zijn de vele foto’s en typografische trucs. Daarin lijkt Foer op collega en geestverwant Dave Eggers. Soms staat er maar één regel op een bladzij. Er staan bladzijden waarin de tekst handmatig van aantekeningen is voorzien zoals Oskars vader placht te doen bij lezing van de New York Times. Het boek eindigt als flipbook dat wil zeggen dat er plaatjes staan afgedrukt die, wanneer je snel met je duim langs de bladzijden bladert, beweging suggereren. Je ziet een man die naar beneden is gesprongen langzaam terug omhoog gaan zodat hij weer via het raam naar binnen kan. De tijd beweegt achterwaarts: met de lift naar beneden, het gebouw uit op weg naar huis. De slotregel luidt: we would have been safe. Extremely loud & incredibly close gaat misschien af en toe over de rand van de realiteit maar een triomf van de verbeeldingskracht is het zeker.


    Terug