Leesimpressies

  • Annejet van der Zijl: Moord in de Bloedstraat

  • Nr. 16 - 2013
  • Op de eerste dag van de maand van het spannende boek keek ik de film De Heineken ontvoering. In de film draagt Cor van Hout zijn eigen naam maar De Neus heeft als artiestennaam Rem gekregen. Het is een gelukkige ingreep van de makers want een mens heeft voordat hij het goed en wel in de gaten heeft zo een smetje op zijn blazoen. Voeren de media, abject en infaam als zij zijn, al niet jaren een hetze tegen de heer Willem Frederik Holleeder zonder enige consideratie met de broze gezondheid van de man. Zelfgenoegzaam herhaalt de sensatiepers het eeuwige rijtje van ontvoering, afpersing en liquidaties. Zijn we niet allemaal jong geweest? Staat Holleeder niet onmiddellijk klaar als Twan Huys belt om een televisiecollege te geven aan het puikje van de Nederlandse intelligentsia. Holleeder lijkt me een doodgoeie knul. Iemand die bereid is zijn scooter uit te lenen aan Bram Moszkowicz kun je naïef noemen maar is daarom nog geen slecht mens. Nooit vergeet hij de verjaardag van Peter R. de Vries. Als het schikt komt hij zelfs op huisbezoek. Holleeder heeft vast minpunten. Een column schrijven voor het tijdschrift Nieuwe Revu is iets wat een normaal mens niet op zijn cv wil hebben. Het zij zo. Na het zien van de film was ik in de stemming voor wat in de schappen van de boekwinkel true crime heet. Juist over dat onderwerp handelt het jongste boek van Annejet van der Zijl.

    In Moord in de Bloedstraat zijn tien verhalen van ongeveer twintig jaar geleden samengebracht. Annejet van der Zijl begon haar journalistieke loopbaan bij de Haagse Post en raakte gefascineerd door de alledaagse misdaad. Sommige verhalen staan ondanks het tijdsverloop nog helder in het geheugen zoals de moord op Kerwin Duinmeijer of de kunstroof uit het Van Goghmuseum. Het patroon is veelal hetzelfde. Ogenschijnlijk normale mensen belanden op een dwaalspoor. Zij worden voor hun naaste omgeving onbereikbaar. Voordat het tot een climax komt, hebben diverse instanties een poging gedaan om het rechte pad in het vizier te houden. Instanties uit de wereld van onderwijs, welzijnswerk, gezondheidszorg of justitie bemoeien zich met een persoon in moeilijkheden, volgen hun protocollen en lossen het probleem niet op. Het lijkt tegenwoordig wel of de hele wereld in loondienst is bij Bureau Jeugdzorg. Het lezen van de verhalen laat een treurige indruk achter. Wat een gemiste kansen en wat een nodeloos leed. Van der Zijl weet hoe ze een verhaal moet vertellen maar kwam na een paar jaar tot dezelfde conclusie die mij als lezer na enkele uren bekroop. Wat een uitzichtloos leven lijden sommige mensen. Annejet van der Zijl besloot de misdaad de rug toe te keren en zich op andere onderwerpen te storten als het leven van Sunny Boy, Annie M.G. Schmidt en de raadselachtige Fritzi Harmsen van Beek.

    De werkelijke reden was dat ik me na vijf jaar gewoon wel lang genoeg had verdiept in wat een mens slecht maakt. Het was tijd om uit te gaan zoeken wat een mens goed maakt


    Een ongelofelijk verhaal is gesitueerd op de campus van de Universiteit Nijmegen. Een mislukte student medicijnen terroriseert jarenlang de eigenaar van de studentenkroeg waar hij tegenover woont. Tot het de uitbater eindelijk te veel wordt en hij in een vlaag van verstandsverbijstering het recht in eigen hand neemt met fatale afloop. Iedereen kon het zien aankomen.
    Het verhaal uit de bundel dat mij het meest trof was dat van Judsel Baranco. In de tijd dat hij in de hoofdklasse honkbalde bij Quick Amersfoort heb ik hem veel zien spelen. Een vrolijke kop op een atletisch lijf. Hij was talentvol als pitcher en slagman maar ook iemand die de kunst van het veldspel beheerste. Op het ogenblik vieren nogal wat spelers uit de Antillen successen in de major league. De Nederlandse tropen bezitten weinig inwoners maar talent des te meer. Roger Bernadina, Didi Gregorius, Jurickson Profar, Andrelton Simmons en anderen laten zien dat zij op het hoogste niveau mee kunnen. Voor jongens uit het Caribisch gebied is het een droom om lekker elke dag te honkballen met aan het eind van een loopbaan financiële onafhankelijkheid. Judsel Baranco had hun voorbeeld kunnen zijn. Aanleg was er volop. Hij beschikte alleen niet over de zelfdiscipline. Een houding van happy go lucky bracht hem op het pad van drugs en criminaliteit. Ook in zijn geval doken er mensen op die zich met de beste bedoelingen over hem ontfermden. Tevergeefs. Dan vind je onderdak in de kruipruimte boven de garageboxen in de Bijlmer en uiteindelijk in de gevangenis. Van der Zijl laat elke verhaal volgen door een korte actuele flits hoe het met de beschreven hoofdpersoon verder is gegaan. Een deel van hen is inmiddels overleden. Krassen in de ziel zijn soms onherroepelijk. Judsel Baranco, nog steeds verslaafd, ging terug naar Curaçao waar hij zijn jongste jaren gesleten had. In 2006 werd op een braakliggend terrein zijn verminkte lijk aangetroffen reeds in vergaande staat van ontbinding,. Het betrof een afrekening in het gesjeesde milieu.

    Terug