Leesimpressies

  • Binyavanga Wainaina: Op een dag zal ik schrijven over Afrika

  • Nr. 36 - 2023
  • Het boegbeeld van de Keniaanse literatuur is sinds jaar en dag Ngugi Wa Thiongo. Van hem zijn enkele boeken in het Nederlands vertaald waaronder het aanbevelenswaardige “De geboorte van een dromenwever”. Zijn landgenoot Binyavanga Wainaina is minder bekend. Ik kwam hem tegen in “ Afrika is geen land” waar hij een uitgesproken eervolle vermelding krijgt. Wainaina, die leefde van 1971 tot 2019, kreeg internationale vermaardheid met enkele polemische bijdragen. Zo hekelde hij het tijdschrift Granta dat een Afrikanummer uitbracht maar vergeten was daar schrijvers van het continent in op te nemen. Ook zijn aanval op Madonna mag er zijn. De popster beklaagde zich over een gebrek aan een behandeling als vip in Malawi terwijl zij toch enkele wezen uit dat land geadopteerd had. Ze deed dat uit vrije wil en als humanitaire daad valt zoiets tegen als je daar publiek eerbetoon als wederdienst voor terug eist. Hij wijst erop dat zijn land Kenia ook wezen in de aanbieding heeft. “Kenia heeft zich erin gespecialiseerd om toeristen heel blij te maken en zich thuis te laten voelen terwijl ze rond een Afrikaans vuur dansen, gin drinken en blije geluiden maken tussen kuddes dieren en op stranden.” Een satirische samenvatting van de opvattingen van Wainaina is te vinden in “How to write about Africa”.

    In Op een dag zal ik schrijven over Afrika hanteert Wainaina de vorm van een autobiografische roman. Het verhaal begint als de verteller zeven jaar is en hij net als zijn jongere zus Ciru en oudere broer Jimmy op de lagere school zit. Later zal zusje Chiqy het gezin completeren. Binyavanga maakt deel uit van een harmonieus gezin. Moeder, die afkomstig is uit Uganda, drijft een kapsalon en vader is directeur management op een fabriek. De jonge hoofdpersoon is ontvankelijk voor de indrukken uit de buitenwereld, de geuren, klanken en kleuren. Kenyatta is nog aan het bewind en Kenia vormt een vredelievend land. Binnen het gezin, dat onderling Engels en Kiswahili spreekt, voelt Binyavanga dat er iets mis met hem is. Zijn zus is de beste van de klas en daar kan hij niet aan tippen. Wiskunde is een onoverkomelijk probleem. Hij neemt kennis van de buitenwereld via de televisie en heeft de neiging om volwassenen uit te lachen. Wat praten zij raar en doen ze vreemd. Amerikanen hebben een eigenaardig taaltje. Ondeugendheid is een uitlaatklep. Niets zo leuk als mensen in de maling nemen. Hij probeert een laatdunkend lachje te cultiveren maar dat lukt niet. Michael Jackson is een lichtend voorbeeld. Zo zou je willen dansen. In de zoektocht naar een eigen identiteit is er een vast tijdverdrijf die bestaat uit het lezen en aanschaffen van boeken. Tijdens de les leest hij stiekem romans.

    Elk boek dat ik lees moet meer, groter, melodramatischer zijn dan het vorige om me te blijven boeien. Ik verslind ze als snoepgoed. Elke dag lees ik er twee of drie. Ik kan er een schrijven, veel geld verdienen en elke dag pizza eten


    Na de middelbare school besluit Wainaina te vertrekken. Hij gaat in Transkei studeren waar hij enkele familieleden zal treffen. Dat wordt geen succes. Het zijn turbulente jaren in Zuid-Afrika. Mandela is uit de gevangenis maar nog geen president. Er zijn opstanden en betogingen. Wainaina stopt met zijn studie. Er is drank en drugs. Hij geeft geldgebrek en komt nauwelijks zijn kamer af. De huisbaas gooit hem de woning uit. Hij keert beschaamd terug naar huis. Zijn familie ontziet hem maar voor zichzelf voelt hij zich mislukt. De familie is zelfs zo bezorgd dat zij dit ongemak niet ter sprake brengen. In Kenia is de situatie onder de opvolgers van Kenyatta niet stabieler geworden. Wainaina verbaast zich als hij voor het eerst op het vliegveld de vraag krijgt voorgelegd tot welke stam hij behoort. Sinds wanneer is dat relevant? Om revanche op zichzelf te nemen vertrekt hij opnieuw naar Zuid-Afrika.
    Wainaina vertelt zijn verhaal met grote sprongen in de tijd. Het verhaal begint in 1978 en eindigt in 2010. De auteur begint langzaam zijn draai te vinden. Hij slaagt erin met publicaties zijn eigen geld te verdienen. Er volgen betaalde banen. Wainaina reist veel over het Afrikaanse continent en levert commentaar bij wat hem opvalt. Toch blinkt de roman niet uit in zelfreflectie. Impasses lijken uit de lucht te komen vallen als een natuurverschijnsel. Kritisch zelfonderzoek blijft uit. Tegenslag lijkt een gegeven. Er staan boeiende reportages in maar veel blijft onaangeroerd. Zo maakt hij nergens expliciet melding van zijn homoseksualiteit terwijl een autobiografische roman daar toch een passende plek voor zou zijn. Het is openhartigheid met de handrem erop. Vermoedelijk zal de reputatie van de jong gestorven Binyavanga Wainaina als essayist langer stand houden dan die als romancier.
    Schrijven over Afrika heeft hij ondertussen met verve gedaan.
    middelr@xs4all.nl

    Terug