Leesimpressies

  • Drago Jančar: Bij het ontstaan van de wereld

  • Nr. 3 - 2024
  • Drago Jančar is een Sloveense schrijver, geboren te Maribor in 1948, die binnen en buiten het eigen land veel succes oogst. Dat blijkt uit de vele prijzen die hem ten deel vielen en uit het feit dat hij in meer dan twintig talen is vertaald. Er zijn inmiddels drie romans van hem in het Nederlands verschenen. De geschiedenis van zijn land, ooit een deelstaat van een groter rijk dreunt door in zijn werk. In “En ook de liefde” is een foto het vertrekpunt voor het verhaal. Het straatbeeld laat een jonge vrouw zien in gesprek met een vriendin. Een Duitser loopt voorbij. Dan komt de foto in beweging. De vrouw loopt in een drafje de Duitse officier achterna die zij nog van vroeger kent. Zij wil hem spreken om een goed woordje te kunnen doen voor haar vriend die door de bezetter gevangen wordt gehouden. Vervolgens ontrolt zich het verhaal. In “Die nacht zag ik haar” staat het verhaal van de ongrijpbare en excentrieke Veronika centraal. Zij is plotseling verdwenen en komt dan ook niet zelf aan het woord. Vijf mensen uit haar omgeving vertellen over haar leven waarbij de laatste, een soort klusjesman bij Veronika en de man met zij twee keer trouwde, licht kan werpen op de raadselachtige verdwijning.

    In Bij het ontstaan van de wereld, de titels van de romans werpen de lezer direct midden in het verhaal, staat het perspectief van een opgroeiende jongen genaamd Danijel centraal. De roman is niet in de ik-vorm geschreven. Er is een anonieme verteller aan het woord die registreert wat Danijel aan hem of haar verteld heeft. Die indirecte manier van vertellen schept enige afstand maar brengt tegelijk een geloofwaardige dimensie aan in de gebeurtenissen. Danijel vergroot de geschiedenis waarvan hij getuige is en lardeert die met wat hij doomt. Hij beschikt over een licht ontvlambare fantasie. Het verhaal begint als de jonge en elegante Lena met twee zware koffers de straat binnen wandelt. Zij vestigt zich in de benedenwoning van het pand waar Danijel met zijn ouders woont. Hij heeft nog een oudere broer maar die is in de roman grotendeels afwezig omdat hij op een torpedobootjager van de Joegoslavische marine dient. De Tweede Wereldoorlog is enkele jaren achter de rug maar werkt in de onderlinge verhoudingen door. Bovendien er kan altijd een nieuwe oorlog losbarsten. Danijel is vanaf het eerste moment zeer onder de indruk van Lena. Hij bespioneert haar en ziet haar op de bank liggen waar zij een boek leest en naar de radio luistert. Ze serveert zelf gemaakte koekjes op een kristallen schaal. Dan constateert hij dat loodgieter Pepi, een kameraad van zijn vader, zich een plek in het huis en het leven van Lena weet te veroveren. Danijel is teleurgesteld. Pepi is een goeie lobbes maar ook saai en simpel. Lena zou veel beter bij zijn oudere broer passen. Desondanks heeft het stel trouwplannen. Daniel probeert te duiden wat er zich voor zijn ogen afspeelt.

    Ach, die kinderjaren. Waarin je de gruwelijkste dingen moet zien om te weten wat schoonheid is, angst moet voelen om te leren wat moed is en alle rampspoed van de wereld moet ervaren om jezelf geestelijk te verrijken


    Danijel groeit op onder druk van zijn omgeving. Zijn moeder stimuleert hem net als pater Alojzij om regelmatig de kerkdiensten bij te wonen. Lena doet dat trouwens ook. Zijn vader, fervent aanhanger van maarschalk Tito, moet daar niets van hebben. De kerk is allemaal paapse onzin. Van Jezus is deze voormalige verzetsstrijder wel een fan. Dat was de eerste socialist. Vader haalt met zijn kameraden onder het genot van veel drank herinneringen op aan het verzet tegen de Duitsers. Vader bewaart een Beretta te midden van het huiselijke linnengoed. Toen Hitler, door de kameraden schilder Dolfi genoemd, Maribor met een bezoek vereerde had vader hem willen vermoorden maar helaas verbleef hij die dag niet in Maribor maar elders. De oude geschiedenisleraar Fabijan is voor Danijel ook een ijkpunt. Deze man woont aan de rand van het bos te midden van landkaarten, wereldbollen en een zee aan boeken. Fabijan maakt hem wegwijs hoe de wereld in elkaar steekt.
    De gebeurtenissen komen in een stroomversnelling als Ljubo zijn opwachting maakt. Hij rijdt op een knetterende motorfiets, speelt gitaar en danst graag. Hij pakt elk meisje dat zich niet op tijd in een greppel verbergt of in een boom klimt. Hij heeft een gladgeschoren gezicht en een bijgeknipt snorretje. Lena is zeer van hem onder de indruk. Tussen Pepi en Ljubo escaleert de rivaliteit. De auteur merkt vrij naar Tsjechov op dat als er in het eerste bedrijf een kristallen schaal op tafel staat die in het laatste bedrijf aan gruzelementen gaat.
    Jančar is een meesterlijke verteller. Hij geeft voldoende informatie over de context en bouwt ondertussen steen voor steen verder aan het bouwwerk van zijn verhaal. Aan het eind van de roman is Danijel sadder and wiser. Ik heb veel gezien, zegt Danijel, misschien wel te veel. En de wereld die ik zag, is verdwenen en bestaat niet meer. Zo simpel ligt dat, al van oudsher, het kan niet anders.”
    middelr@xs4all.nl

    Terug