Leesimpressies

  • Egon Hostovsky: De schuilplek

  • Nr. 9 - 2022
  • Sinds de inval door Poetin van de Oekraïne breng ik meer tijd voor de televisie door dan achter een boek. Het gebeurde precies in de week dat de Russische staatstelevisie uitzendingen startte binnen ons publieke bestel. Dat was bijna net zo’n schandalige vertoning. Poetin had al in 2008 een visitekaartje afgegeven in Georgië en in 2014 op de Krim. Mijn gedachten gingen net zo zeer uit naar de periode dat de Poetins nog communistisch waren. In 1956 trokken de tanks van de Sovjets Boedapest binnen, in 1968 meldden ze zich ongevraagd in Praag. Dictaturen kregen te maken met een vorm van sancties die op lange termijn heilzaam bleek. Ze werden, wat ze ook probeerden te verbieden, geconfronteerd met dissidente schrijvers. Deze moedige mensen bleken als geen ander in staat om de machthebbers in hun hemd te zetten. De afgelopen dagen heb ik veel gedacht aan onder meer Ivan Klima en Vaclav Havel. Toch wil ik het vandaag hebben over een landgenoot van hen: Egon Hostovsky, een joodse schrijver die leefde van 1908 tot 1973. Hij had te lijden onder het nazisme. Zijn werk mocht niet verschijnen toen zijn vaderland communistisch was. Het is een mooie symboliek dat er nu drie van zijn boeken in het Nederlands verkrijgbaar zijn. Schrijvers verzetten zich met eigen middelen. Hun geluid klinkt door lang nadat het kanongebulder is verstomd.

    De drie boeken van Hostovsky tonen onderling veel verwantschap. Het gaat telkens om een eenling afgesneden van familieleden die een veilig onderkomen zoekt. In De missie is er sprake van een spionagetocht door Frankrijk in het beginstadium van de Tweede Wereldoorlog. In Vreemdeling zoekt kamer is de hoofdrol voor dokter Marek, die in Amerika doende is een belangrijk wetenschappelijke publicatie gereed te maken. Het enige wat hij nodig heeft, is een kamer om ongestoord te kunnen werken. Zodra hij een kamer gevonden heeft, stapelen de problemen zich op. Soms ligt de oorzaak bij de verhuurder, soms bij de dokter zelf. Tussen de bedrijven door zijn er telefoongesprekken van de dokter met een raadselachtige vrouw. De sociale omgangsvormen kenmerken zich door krampachtigheid. Redding is ver weg.
    In De schuilplek bestaat het verhaal uit een afscheidsbrief van een man op de vlucht aan zijn in Tsjechoslowakije achtergebleven echtgenote. Opnieuw vormt de Tweede Wereldoorlog het decor. De hoofdpersoon is een ingenieur die een richtapparaat heeft uitgevonden dat geschikt is om als afweergeschut te dienen. De Duitsers hebben een arrestatiebevel tegen hem uitgevaardigd. Hij neemt de wijk naar Parijs en vindt uiteindelijk een schuilplek in Normandië. Een Franse arts, na een toevallige ontmoeting van de twee in Parijs, is bereid zijn kelder aan hem af te staan.

    Sindsdien zit ik in een kelderhok met één raampje waardoor je niets kunt zien. Ik lees kranten, luister soms naar de radio, maar slechts zelden hoor ik de stemmen van mensen en bijna nooit zie ik buiten een menselijk gezicht voorbijglijden


    Het onderduiken begint in juni 1940. Op het moment van de brief is het mei 1942. De Franse arts wijst erop dat de ingenieur kan gaan en staan waar hij wil maar dat het voor zijn veiligheid beter is om binnen te blijven. De kelder is niet op slot. Langzaam neemt de waanzin bezit van de vrijwillige gevangene. Zoals aangekondigd in het begin van de brief zal hij een gruweldaad begaan waarvoor een hoge prijs betaald dient te worden. Tegenover zijn echtgenote en hun twee kinderen, die laatste twee vervullen in zijn gedachten een ondergeschikte rol, probeert hij de balans op te maken. Dat wil niet zeggen dat zijn gedrag voor hemzelf altijd even helder is. Hij ging naar Parijs terwijl zijn omgeving dacht dat hij een reis naar Ostrava zou maken. Sinds kort woonde Olga in Parijs. Olga en hij dachten dat er sprake was van een wederzijdse verliefdheid. Misschien was het wel meer een communicatiestoornis.
    Bij het uitwissen van de sporen van zijn gruweldaad krijgt hij hulp van enkele Franse mannen. Deze mensen, een verzetsgroep?, verlangt van hem een tegenprestatie. Van hem wordt een sabotagedaad verwacht waarbij hij vrijwel zeker zelf het leven zal laten. Dat is de omstandigheid waarin hij zich aan de brief wijdt.
    De brief neemt soms een hallucinerende gedaante aan. De ingenieur valt ten prooi aan grote schommelingen van zijn gemoedstoestand. Hij bedient zich graag van grote woorden, “heen en weer geslingerd door volslagen tegenstrijdige gevoelens, blijdschap en verdriet, geloof en waanhoop”. Realiteit en dromen lopen door elkaar. De uitzonderlijke stemmingswisselingen maken het de lezer moeilijk om zich met de hoofdpersoon te identificeren. Wel is duidelijk dat de maatschappelijke omstandigheden een groot aandeel vertegenwoordigen in de ontstane benarde situatie. Het gebrek aan coherentie van de inhoud werkt niet door in de vorm. De brief is geschreven in een leesbaar handschrift zonder noemenswaardige doorhalingen of verbeteringen. De brief eindigt midden in een zin. Na de nodige omzwervingen belandt de brief in maart 1943 bij de Tsjechoslowaakse vertegenwoordiging in New York. Nadere informatie ontbreekt.
    middelr@xs4all.nl

    Terug