Leesimpressies

Elfriede Jelinek: Persoonsgegevens
- Nr. 35 - 2025
- In 2004 kreeg Elfriede Jelinek de Nobelprijs voor literatuur. Naar aanleiding daarvan las ik een paar van haar romans die weinig enthousiasme opriepen. Je trof in het werk een vleugje perverse seks net als een snuifje zelfverminking. Ze bracht genadeloos verslag uit van de verstoorde relatie met haar moeder. Overigens hoorde ik nooit iemand uit mijn omgeving bewonderend over haar werk spreken. Dat weerhield haar er niet van, wat op zich te billijken is, om door te schrijven aan een omvangrijk oeuvre waar ook toneelstukken een belangrijke plek innemen. Ik besloot nog een keer een poging te wagen en koos het laatste werk dat van haar in het Nederlands is verschenen. Dat boek is zeer persoonlijk van aard en getuigt van een sterke woede gericht op de samenleving. De vergelijking tussen Jelinek en haar Oostenrijkse landgenoot en vakbroeder Thomas Bernhard is snel gemaakt. Aan vaderlandsliefde doen ze niet. De pen is gedoopt in zwartgalligheid al doet Bernhard dat wel op een geestiger manier. Er valt te twisten of het boek van Jelinek als een roman te kwalificeren valt. Personages zijn moeilijk te identificeren. Zeker is wel dat verontwaardiging de boventoon voert. Alles overheersend is een geschil met de fiscus om niet te zeggen met de overheid als geheel. Het gaat over geld en nog meer geld.
Vanaf de eerste bladzijden trekt de auteur van leer. Het is duidelijk dat zij met een navordering geconfronteerd wordt die haar de gordijnen in jaagt. Het gaat om een bedrag van twee ton. Inkomsten van schrijvers kunnen per jaar afhankelijk van de verkoop zeer fluctueren. Dat heeft fiscale consequenties. Niet alleen verschilt Jelinek met de fiscus van mening over de inhoud van de claim maar ook bevalt de bejegening haar niet. Op persoonlijke e-mails wordt beslag gelegd. Haar woede strekt zich tot vele gebieden uit. Het kapitalisme behoort tot de vele boosdoeners. Ze hekelt de vele belastingparadijzen al dan niet in de vorm van een eiland. Ze hekelt onder meer Qatar, de Maagdeneilanden, de Pitcairneilanden, Monaco, Liechtenstein en de Kaaimaneilanden. Laten we Zwitserland met hun dubieuze bancaire reputatie niet vergeten. Voor rijke mensen zijn er opties te over om geld weg te sluizen. Arme mensen kunnen geen kant op. Ergerniswekkend zijn de vele jaren en voorraad energie die een fiscaal geschil van een mensenleven opslurpen.
Op Cyprus hebben ze machines om de kleur te veranderen, zwart en grijs kapitaal wordt groen gekleurd en de dollar stijgt op uit zee als Aphrodite. Op Cyprus, op heel het eiland is er blijkbaar maar één fiscale controleur en niemand heeft hem al ontmoet
Het boek is te beschouwen als een lange dialoog met de fiscus. Het is vooral een emotionele eruptie en nauwelijks een feitenrelaas. De precieze inhoud van het dossier blijft onderbelicht. Ieder spoor van bewijsvoering ontbreekt. Hoe luidt de eis nu eigenlijk en welke onderbouwing ligt daar aan ten grondslag. Voor het verweer geldt hetzelfde. De wederpartij in het geschil blijkt de Duitse overheid te zijn. De lezer mag er naar raden hoe het komt dat een Oostenrijks staatsburger in conflict verzeild raakt met de Duitse autoriteiten. Het schijnt dat Jelinek bij afwisseling in Wenen en München woont maar de lezer blijft in het ongewisse achter. Het weerhoudt de schrijver er niet van om nog eens flink in het Duitse oorlogsverleden te wroeten. Joodse familieleden vormen de aanleiding. Er vinden uitvoerige verwijzingen plaats naar Baldur von Schirach en Arthur Seiss-Inquart.
Tijdens het schrijven werd Jelinek geconfronteerd met de covid pandemie. Ook daar levert ze venijnig commentaar bij al is thuis blijven en afzien van contacten voor haar geen straf. Zelfs met zichzelf blijkt ze niet op goede voet te staan. Ze spaart zichzelf en haar familie niet. Ze speculeert over de inrichting van haar laatste rustplaats. Een televisietoestel in de kist met een adequate stroomvoering om naar favoriete series te kijken is een must. “Nee, bij mijn ouders wil ik niet begraven worden, die wil ik niet weerzien, nergens.” Elders schrijft ze: ‘mama was ook al niet echt tevreden met haar echtgenoot, in mijn familie is niemand ooit tevreden, tevredenheid kennen wij niet en niemand heeft er ook reden toe”.
De lange litanie van Persoonsgegevens stelt het geduld van de lezer op de proef. Het is opmerkelijk dat dit boek onder de originele titel Angabe der Person tot toneelstuk is bewerkt. Dat zal de nodige dramaturgische stuurmanskunst vereist hebben. Het is in Berlijn in première gegaan. Ik zal de uitvoering niet bijwonen. Ik ben nog steeds geen fan van Elfriede Jelinek. Wel wil ik erkennen dat haar verbale uitbundigheid zo nu en dan indruk weet te maken. Toch zal mijn lectuur van haar boeken vermoedelijk hier stoppen. Haar levenshouding spreekt mij niet aan en bovendien ervaar ik dat zij, geen pekelzonde voor een schrijver, moeite heeft met het vertellen van een doortimmerd verhaal. Ik laat haar aan de liefhebbers.
middelr@xs4all.nl
