Leesimpressies

  • Ellen Ombre: Last

  • Nr. 14 - 2023
  • In zijn boekenweekessay neemt Raoul de Jong een duik in het verleden van Suriname. Is er een eigen geluid herkenbaar ondanks kolonialisme en slavernij? Enkele maanden voordien verscheen het boek van Ellen Ombre waar een vergelijkbare fascinatie de aanleiding vormde. Er blijken wel degelijk bronnen te vinden. Beide auteurs maken hier melding van. De invalshoek van Ombre is een specifieke. Midden zeventiende eeuw zochten Sefarden of Portugese Joden, nazaten van Inquisitieslachtoffers uit het Siberisch schiereiland, een veilig heenkomen in Suriname. Ombre, althans haar hoofdpersoon, stamt langs moederskant van deze bevolkingsgroep af. Moeder was een negerjood wat wil zeggen geboren als een telg uit een gemengde relatie van een Sefardische jood en een zwarte slavin. Behalve Sefardische joden bestond er in Suriname nog een bevolkingsgroep met dezelfde religie: de Asjkenazim. De Sefardim claimde een eigen gebied een soort Jeruzalem in Suriname waar de Asjkenazische joden aan wie zij zich superieur voelden niet welkom waren. Dit gebied kreeg de naam Jodensavanne. Ombre laat haar hoofdpersoon op zoek gaan om dat verleden op te helderen

    Ombre heeft met Last een boek geschreven dat verschillende genres combineert. Deels is het een autobiografie in romanvorm deels een non fictie geschiedenisverhaal. Het leven van Lot begint in Suriname. Ze wordt geboren in een weinig harmonieus gezin. De relatie tussen haar zwarte vader en licht getinte moeder is gespannen. Vader heeft een grote eerbied voor kennis en wil die op zijn dochter overdragen. Dat valt in vruchtbare aarde. Hij is scheutig met levenslessen. “Het kwaad in de wereld komt bijna altijd voort uit onwetendheid. Goede bedoelingen die niet gestuurd worden door het verstand, kunnen evenveel schade aanrichten als slechte.” Moeder heeft weinig op met kennis uit boeken. Lot is een meisje dat er ouder uitziet dan ze is. Ze is eenzelvig, intelligent en mooi. Moeder is bedillerig en uiterst statusgevoelig. Ze kleineert haar dochter bij herhaling en vreest dat ze zich zal ontwikkelen tot blauwkous waar een echte man niet op zit te wachten. Verder maakt ze zich grote zorgen of Lot wel ongeschonden de huwelijksdatum zal bereiken. Als Lot een puber is, vertrekt het gezin naar Nederland aangeduid als het moederland. Moeder voelt zich in haar element. Lot heeft moeite om vrienden te maken. Haar schuchterheid werd voor hooghartigheid aangezien. Ze dient zich te verweren tegen kwetsende opmerkingen zoals leven Surinamers in bomen en komt er chocolademelk uit je tieten? Vader wordt in Nederland verteerd door heimwee. De migratie werd het begin van zijn einde.

    Hij veranderde mettertijd in een schim, onbegrepen door zijn vrouw, ten prooi aan heimwee naar zijn geboorteland, verteerd door nicotine. Ontgoocheld. Machteloos. Boos. Hij overleed aan longkanker


    Vader keek op naar Anton de Kom als vrijheidsheld. Moeder vond hem een querulant. Lot ontvlucht de benauwenis van het gezin. Ze gaat haar eigen weg en trouwt met een oudere man, een geslaagde intellectueel die haar ontrouw is. Ze laat haar man in de steek en vertrekt naar Suriname om haar voorgeschiedenis in kaart te brengen. Het valt haar zwaar om wijs te worden uit de brokstukken. Een synagoge is inmiddels een internetcafé. Ze brengt wekelijks een bezoek aan meneer Nassy, een bekende naam uit het tijdperk van de Jodensavanne. Zijn geheugen laat hem in de steek. Emotioneel doet hij met horten en stoten verslag hoe zijn broer Leo is weggevoerd en de dood vond in Sobibor. Lot weet later, terug in Amsterdam, de korte levensloop van Leo te reconstrueren zodat haar zoektocht toch nog in enkele antwoorden resulteert.
    In het werk van Ombre speelt de geschiedenis een belangrijke rol. In het autobiografische reisverslag Wie goed bedoelt brengt zij een bezoek aan Benim, een plaats delict als het om de slavernij gaat. Daarin valt op hoe zij met trefzekere formuleringen de spot drijft met de goede bedoelingen van de ontwikkelingshulp. Jan Pronk wordt niet ontzien. Zij hekelt de mensen die van hun huidskleur een hobby hebben gemaakt en relativeert het idealisme waarmee zij aan haar onderneming begon. “Ze zou natuurlijk klein beginnen, op eerstelijnsniveau, met een stuk bewustzijnsvorming, een dosis gender-sensibilisatie en wat zelfredzaamheid. Een zelfde distantie hanteert ze jegens het feminisme. De solidariteit van Ombre krijgt de lezer niet cadeau.
    Hoewel Ombre zeker het nodige heeft te melden, stemde Last mij enigszins teleur. Dat komt vooral vanwege de vele doublures met een vorige roman Negerjood in moederland. Daar heet Lot nog Hannah Dankerlui. Er zijn vele parallellen te trekken tussen Lot en Hannah. De hebbelijkheden en onhebbelijkheden van de ouders, de overgang van Suriname naar Nederland, de ontrouwe echtgenoot en de fascinatie voor het verleden zijn al eerder uitvoerig getekend. Daar voegt de grotendeelse mislukte zoektocht naar de Jodensavanne weinig aan toe. Wel heeft het laatste boek een surplus aan documentaire informatie onder meer bestaande uit kopieën van officiële stukken en de weergave van foto’s. Dat is wat mager om een gevoel van déja vu uit te bannen.
    middelr@xs4all.nl

    Terug