Leesimpressies

  • Eva Menasse: Dunkelblum zwijgt

  • Nr. 39 - 2023
  • In de romans van Monika Helfer over haar familie krijgt de lezer als bijvangst een portret van een dorpscultuur in de twintigste eeuw voorgeschoteld. Het westelijke deel van Oostenrijk vormt het decor. Helfer heeft geen exclusieve aanspraak op dat onderwerp. Eva Menasse kan daar ook mee uit de voeten. Zij bestrijkt de periode van de Tweede Wereldoorlog tot de val van de Muur en kiest als regio een plek in de deelstaat Burgenland aan de grens met het oosten vlak voor waar Azië begint. Het Oostenrijkse verhaal van de oorlog begint met de Anschluss. Van het ene moment op het andere worden de Oostenrijkers nazi’s al ging dat niet bij iedereen van harte. Menasse portretteert een dorp, in dit geval Dunkelblum, en enkele families vormen de bijvangst. Typerend voor Dunkelblum is dat de bewoners Dunkelblumers zijn. Zij kijken hun ogen uit, liefst vanachter de gordijnen, en luisteren naar wat er zich afspeelt. Aan de bel trekken doen ze niet. Het is de vraag of dat zin heeft. Ook als er kwalijke praktijken plaatsvinden blijven de lippen op elkaar. Horen, zien en zwijgen. Wenen is een eind uit de buurt. De onderlinge afhankelijkheid is groot. Aan het eind van de oorlog valt het Rode Leger binnen. Als de Muur dreigt te bezwijken wordt het dorp overspoeld door vluchtelingen uit de DDR die via de Hongaarse grens hopen op een toekomst met perspectief. Ondertussen blijft Dunkelblum zichzelf.

    De naam van het dorp is dezelfde als die van de adellijke familie die lang het slot bewoonde. Daar staat nu nog slechts de toren van overeind. De bejaarde gravin Margarethe Dunkelblum woont tegenwoordig in Lugano. Tegenover de slottoren bevindt zich hotel Tüffer, vernoemd naar wat eens een vermaard joodse familie in het dorp was. De Russen gebruikten het hotel als hun hoofdkwartier. Nu is de uitbater Resi Reschen met haar eenarmige man. In Oostenrijkse dorpsliteratuur ontbreekt vaak een ledemaat. Aan de bar van het hotel verzamelt zich een generatie senioren met op hun cv het lidmaatschap van de Hitlerjugend. Men drinkt wat en haalt herinneringen op. Er is luchtig geroddel over wie er al dood was en wie nog maar half. Resi Reschen doet haar hele leven niets anders dan werken. Ze komt nauwelijks het hotel uit. De verhalen van het stadje lagen bij haar verzonken als in een ontoegankelijke mijn. Hoe lang kan alles bij het oude blijven?

    Aangezien de mensen zo dicht op elkaar woonden, elkaar voortdurend tegenkwamen en zo goed als alles van elkaar wisten, deden ze alsof het tegendeel het geval was. Dat gebeurde niet zozeer uit tact als wel uit zelfbescherming


    Vaak is er bemoeienis van buiten nodig om iets te veranderen. Menig western begint met een vreemdeling die per trein of te paard de gerieflijke sluimer van een gemeenschap komt verstoren. Eva Menasse heeft daarvoor doctor Alexander Gellert ingehuurd. Hij is afkomstig uit Boston en neemt zijn intrek in hotel Tüffer. Hij is nieuwsgierig naar het verleden van het dorp. Niemand herkent hem maar als jongen heeft hij een verleden in Dunkelblum. In dezelfde periode keert Lowetz terug naar het dorp en vestigt zich, mogelijk slechts tijdelijk, in het huis van zijn overleden moeder. Er zijn nog een paar mensen met belangstelling voor de geschiedenis. De man van het reisbureau heeft als hobby het opstellen van kronieken over vroeger. En dan is er de jonge generatie. Flocke Malnitz, een 23-jarige docente op een basisschool, wil meer weten over het nationaal-socialistische verleden van het dorp. Zij is de jongste dochter van een wijnboer die op tijd is overgeschakeld op biologische wijnbouw en de beeldschone Leonore. Er zijn zelfs plannen om een museum te vestigen om de geschiedenis van het dorp een onderkomen te bieden. Een donatie van de gravin zou welkom zijn. Op de overwoekerde joodse begraafplaats zijn studenten bezig met een grote opknapbeurt. Op een dag treft men er hakenkruizen op de graven. Verleden en heden schuren steeds meer tegen elkaar. Dan wordt er op een dag een onbekend lijk opgegraven. Wat is hier nu weer het bijbehorende verhaal? Menasse verheldert niet alle vraagtekens. Wat ze vooral doet is het schemergebied van half weten en half vermoeden verder in kaart brengen. Daartoe maakt ze gebruik van een groot aantal personages elk met een eigen gekarteld randje. Het zijn portretten vol spot zonder dat ze de grens van de geloofwaardigheid overschrijdt. Neem bijvoorbeeld de notabele weldoener Alois Ferbenz die het bij de naam van zijn held Hitler nog altijd niet droog weet te houden. De auteur weet uitstekend een goed evenwicht te bewaren. Uitgeverij Atlas Contact geeft op de site een informatieve opsomming van het deelnemersveld, hulpmiddel om de goede van de slechte nazi’s te onderscheiden.
    Van Eva Menasse, de jongere halfzuster van de schrijver Robert Menasse, las ik ooit haar debuut Vienna over een joodse familie uit de hoofdstad. Daar is me vooral de aangename lichtvoetige toon van bijgebleven hoewel ook daar de tragische ontwikkelingen niet ontbraken. De familie Menasse levert een stevige bijdrage aan een genre dat in Oostenrijk een grote vlucht heeft genomen: de zogenaamde Anti-Heimatliteratur. Tot de beoefenaren mag ook Elfriede Jelinek gerekend worden met als onbetwiste koploper Thomas Bernhard. De populariteit is vooral groot buiten de Oostenrijkse landsgrenzen. Binnenslands is er tandgeknars.
    middelr@xs4all.nl

    Terug