Leesimpressies

F. Springer: Teheran een zwanezang
- Nr. 40 - 2025
- Vorige week las ik de roman van Christian Kracht waarbij de omwenteling van de Iraanse revolutie als hinderlijke achtergrondruis fungeerde. Dat was aanleiding om het werk van Springer ter hand te nemen die dezelfde gebeurtenis opvoerde. F. Springer is het pseudoniem van Carel Jan Schneider die als diplomaat zijn brood verdiende. De schrijver putte in zijn literaire werk vooral uit eigen herinneringen en vond het daarom verstandig om als zegsman onderscheid aan te brengen tussen zijn literaire figuren en de collega’s uit zijn beroepsleven. Het pseudoniem Springer ontleende hij aan een cartoon waarbij een man zich probeert te scheren voor een spiegel die te hoog hangt. Gezien zijn achtergrond was Springer gewoon zich te bewegen in de corridors of power. Ook in Teheran was dat het geval. De hoofdpersoon uit de roman heeft een persoonlijk onderhoud met de sjah dat maar liefst 1 uur en 16 minuten duurde terwijl in dezelfde periode zowel de Britse als de Franse ambassadeur na een kwartier al weer buiten stond. Deze hoofdpersoon Toby Harrison, uiteraard ook een pseudoniem, schreef in opdracht een biografie over de vader van de sjah. De keizerlijke medewerking was optimaal. Hij kreeg een werkplek op een ministerie en daarnaast een capabele en tevens beeldschone secretaresse toegewezen. Deze Patricia Jahanbari zou een verpletterende indruk achterlaten meer nog dan his imperial majesty, kortweg HIM.
Toby Harrison was net als zijn schepper een man van de wereld. Illustratief is de opening van de roman. In de vertrekhal van Heatrow wacht Harrison op zijn jeugdvriend Alfred, die werkzaam is als accountant te Zwitserland. Ongeveer de helft van Springers boeken draagt in de titel een geografische aanduiding met een bestemming overzee. Aanleiding voor de vriendschap vormde Yvonne waar Alfred hopeloos verliefd op was en die toevallig in de straat woonde bij Toby. Hoofdpersonen bij Springer zijn getekend door een hopeloze jeugdliefde waar zij niet mee trouwen maar wel gaan zij de rest van hun leven gebukt onder een brandend vuur dat maar niet wil doven. Iedere ontmoeting tussen Alfred en Tony begint met het open rijten van de wond genaamd Yvonne. Woonde ze nog altijd met man en kinderen in Bloemendaal? We komen het niet te weten.
Toby Harrison werkt onder de vlag van een Engelse uitgever aan een reeks Illustrated Mirror of History & Culture. De reeks is een succes. De waarheid is voor Harrison niet altijd een leidraad. Je mag zaken best iets aandikken als de werkelijkheid niet sappig genoeg is. Toby is daarover eerlijk tegen Alfred.Ik besprenkel bekende historische feiten met een fantasierijk lawaaisausje. Die bekende boekjes zijn niet voor slimme Zwitserse klokkenmakertjes bedoeld. Ik schrijf voor nitwits. Populair en geïllustreerd. Niets is zo makkelijk als geschiedschrijving
De reputatie van de historische reeks resulteert in de uitnodiging om naar Iran te komen. Harrison verblijft in het Hilton hotel. Ter plaatse komt hij in contact met de Nederlandse consul Bill Turfjager. Dat levert portretten op van een aantal kleurrijke figuren. De consul drinkt graag een glaasje, bijvoorbeeld met Toby, maar staat permanent op de bres voor koningin en vaderland. Spot is de gangbare wijze waarop men zich uitdrukt. Men maakt zich zorgen over de positie van Arie van der Meer, een code voor de man die voluit Mohammed Reza Shah Pahlavi Arya-Mehr heet. Dagelijks zijn er opstootjes en protesten in de straten. De sjah heeft nogal wat geld besteed aan het verkeerde soort speelgoed: wolkenkrabbers en staaljagers. Ook doet hij veel aan besturen op afstand vanaf de skipiste in Davos of vanaf de speeltafels in Monte Carlo. Ondertussen zit in Parijs de ayatollah te broeden op een terugkeer om het land van een religieuze injectie te voorzien. Het volk zal nog van de regen in de drup raken.
De spanningen lopen verder op. Sommigen verlaten Iran of bereiden een vertrek voor. Bill Turfjager neemt deel aan Europees overleg. Sommige hoofdsteden beweren dat de situatie hopeloos is maar niet ernstig, anderen menen dat de situatie ernstig is maar niet hopeloos. Nederland neemt een neutraal standpunt in.
Toby Harrison neemt zijn intrek bij de consul en krijgt van hem enkele eervolle functies aangeboden hoewel allemaal onbezoldigd. Zo wordt Harrison onder meer Honorair Blokhoofd Eerste Klas met een eigen rayon. Na vele speculaties blijkt de sjah plotseling toch gevlogen. Tot ontstentenis van Harrison is Patricia Jahanbari onvindbaar. Hoofdpersonen bij Springer blijven met lege handen achter. Dat tast het humeur aan maar niet het taalgebruik dat onverminderd luchtig en soms venijnig blijft. Zo was Schneider ook in het dagelijks leven. Zijn twee jaar jongere broer, die furore maakt als acteur, heeft bij uitgeverij Cossee twee literaire werken gepubliceerd maar kreeg van Carel Jan te horen dat één schrijver in de familie wel genoeg was.
Springer was een groot bewonderaar van Scott Fitzgerald. Wie van weemoed houdt kan zich nauwelijks een betere leermeester wensen. Van kaft tot kaft is er ironie en relativering. Verlangen naar vroeger inclusief een verzengende jeugdliefde is te prefereren boven vervulling. Verlangen stelt nooit teleur. Teheran een zwanezang is vintage Springer. Voor mij behoort hij tot de interessantste schrijvers uit de Nederlandse literatuur.
middelr@xs4all.nl
