Leesimpressies

  • Geert Corstens: Onze rechtsstaat

  • Nr. 37 - 2023
  • Met het oog op de komende verkiezingen is het warmlopen begonnen, in mijn geval het warmlezen. Als eerste nam ik de bundel van Herman Tjeenk Willink ter hand. In “Het tij tegen” heeft hij enkele eerdere toespraken en artikelen samengebracht. Het biedt een vertrouwd geluid. Al vele decennia bestrijdt hij de opvatting dat je de overheid als een bedrijf moet beschouwen. Dat is onjuist, evenmin is Shell een democratie. Het gevolg is dat de burger een calculerende consument wordt, dat de inhoudelijke expertise binnen de overheid wordt uitgekleed en dat zich een tussenlaag van managers, controleurs, auditeurs, inspecteurs, visitators, consultants en zo meer het terrein tussen beleid en uitvoering in beslag neemt. Tjeenk Willink beschikt over rijke ervaring. Toch bekroop mij bij lezing een zeker ongenoegen. De auteur is zo vervlochten met het systeem dat hij wijzigingen op voorhand met reserve tegemoet treedt. Hij zag en ziet niks in de oprichting van de Algemene Bestuursdienst, de Raad voor de Rechtspraak of de Nationale Politie. Wel houdt hij de mythe in stand dat de meerwaarde van de Eerste Kamer bestaat uit het bewaken van de wetgevingskwaliteit. Waar blijkt dat uit? Kandidaten voor de Eerste Kamer worden op geen enkel moment gescreend of zij hierop competent zijn. De kandidaten blijken meestal politici op hun retour die lobbywerk verrichten voor de sector waarmee zij een band onderhouden.

    Tjeenk Willink gaat uitvoerig in op de positie van de rechterlijke macht binnen onze democratische rechtsorde. Dat bracht mij bij Geert Corstens, ook een man met een lange staat van dienst als insider. Beide autoriteiten publiceerden dit jaar hun boek bij dezelfde uitgeverij. Corstens was een kleine twintig jaar verbonden aan de Hoge Raad waarvan de laatste zes als president. Hij is een ferm pleitbezorger van de rechtsstaat maar trapt niet in de valkuil om het belang van de rechterlijke macht te overschatten in relatie tot de andere machten van de trias politica. Hij heeft een actieve rol gespeeld bij het in kaart brengen van de rol die de Hoge Raad gespeeld heeft tijdens de bezettingsperiode. Dat was een weinig heroïsche. Ter wille van een juiste plaatsbepaling neemt hij de lezer mee naar bedreigingen uit binnen en buitenland. Hij maakt inzichtelijk hoe sluipenderwijs de onafhankelijke positie van de rechterlijke macht in Polen en Hongarije is uitgehold. Voor hem zijn er vier elementen die de kern van de rechtsstaat vormen. Iedereen is gebonden aan het recht en dus ook de overheid. Er dient evenwicht te zijn tussen de drie machten van de staat. Voor de burger zijn de fundamentele vrijheidsrechten van toepassing. De toegang tot onafhankelijke en onpartijdige rechters dient gewaarborgd te zijn. Corstens beschikt over een breed spectrum waaraan hij zijn argumentatie ontleent. Tot Huub van der Lubbe aan toe. Als de rechtsstaat er niet is dan weet je pas wat je mist.

    Als het recht niet sterk is, zegeviert het recht van de sterkste. Dat kan de sterkste in fysiek en militair opzicht zijn, maar ook de sterkste in economische zin. De bedreigde delft het onderspit wat op enig moment een ieder kan treffen. Uiteindelijk heeft de samenleving als geheel baat bij sterk recht


    Corstens geeft vele voorbeelden van gevaren die op de loer liggen. Tijdens het bewind van Mussolini was er sprake van een afwezige rechtsstaat. In het Verenigd Koninkrijk onder Thatcher bracht de grote maatschappelijke ongelijkheid de rechten van mensen in de knel. Ter illustratie van het morele dilemma waarin rechters verzeild kunnen raken bespreekt Corstens de roman De kinderwet van Ian McEwan waarin hij aangeeft tot welk moment de rechter van dienst binnen de grenzen opereert en wanneer zij daar overheen gaat. De leesbaarheid van het boek is gebaat bij een schat aan sprekende voorbeelden. Zo krijgt president Jacques Chirac de kwalificatie mee ‘monsieur vijf minuten, douchen inbegrepen’.
    Ook actuele thema’s krijgen aandacht. In Nederland is het rechters niet toegestaan om wetten aan de Grondwet te toetsen want dat recht is voorbehouden aan de wetgever. Corstens vindt dat rechters die toetsing wel past. Hij is echter een geharnast tegenstander van een Constitutioneel Hof, een instituut dat vele landen kennen. Op dat punt vind ik zijn redenering niet overtuigend. Zo wil hij niet dat er weer een gerecht bijkomt alsof dat om de haverklap gebeurt. Een dergelijk hof zal qua samenstelling een sterke politieke inbreng hebben maar dat hoeft op voorhand geen gegeven te zijn. Een Constitutioneel Hof zal opereren op het snijpunt van de wetgevende en rechtsprekende macht en dat aspect kan in de samenstelling eerbiediging krijgen.
    Om nog even een vergelijking te maken met Tjeenk Willink. De laatste geeft voor de gebreken die hij in ons stelsel constateert veelal een fundamentele discussie of debat als optie naar een oplossing. Is dat niet wat gratuit? Bij welke onderwerp van importantie heeft een dergelijke aanpak geresulteerd in een stevige koerswijziging naar de gewenste richting? Corstens is wat royaler in het voordragen van aanpassingen. Hij vind het acceptabel om partijen die de rechtsstaat bedreigen te verbieden. Is het niet merkwaardig dat in Nederland een partij, onder aanvoering van de grootste plucheplakker uit het parlement, mee mag doen aan democratische verkiezingen zonder enige boodschap te hebben aan democratische beginselen in eigen geleding. Corstens staat ook open voor mogelijkheden die verder gaan dan wat de strafrechter nu doet. Hij kwam op enig moment tot het besef dat hij zich in zijn beroepsleven vooral met vergelding had beziggehouden wat een omschrijving is voor gereguleerde wraak. Voor de gemoedsrust van betrokken partijen kan het exploiteren van verzoening en vergeving een grote toegevoegde waarde hebben. Ook daar biedt het buitenland mooie voorbeelden.
    Een bijzonder element van het boek vormt het slothoofdstuk. Na alle inhoudelijke beschouwingen maakt Corstens hier een autobiografisch uitstapje. Hij vertelt zijn levensloop en die van zijn familie. Dat slothoofdstuk is het langst van allemaal. Toch vormt het geen dissonant in het geheel. Het is informatief en complementair om naast alle geobjectiveerde overwegingen een persoonlijke motivatie aan te treffen. Dat levert bovendien een mooi inkijkje op hoe achter de schermen bij de Hoge Raad de besluitvorming gestalte krijgt. Corstens is actief geweest in het uitdragen van zijn beroepsmatige opvattingen naar een breed publiek en dan liefst niet alleen via media die een hoog opgeleid publiek bedienen. Ik kan me van hem optredens in Buitenhof voor de geest halen. Voor zover ik mij herinner heb ik hem nooit in Op1 gezien waar mensen van zijn statuur vrijwel niet aan bod komen. Dat zou anders moeten en niet alleen als Gerard Joling verhinderd is.
    middelr@xs4all.nl

    Terug