Leesimpressies

  • Italo Calvino: Waarom zou je de klassieken lezen

  • Nr. 30 - 2023
  • Voordat het tot een diploma kwam bezocht ik langdurig het gymnasium. Dat gebeurde in Montessori verband. Ook dat nog. Nadien besloot ik geen Latijnse en Griekse schrijvers meer te lezen. Zij hadden hun momentum gehad. Toch voel ik affiniteit met klassieke schrijvers mits wat dichter verbonden met de huidige tijd. Boeiend zijn schrijvers als Dickens, Flaubert, Joyce, Kafka, Tolstoj enzovoort. Zij hebben de literatuur blijvend veranderd en hebben moderne generaties nog steeds wat te melden. Daarom sprak het boek van Italo Calvino me aan. Recentelijk kwam ik Italo Calvino tegen in een essaybundel van Natalia Ginzburg. De beide geestverwanten verschilden van mening over de wijze van publicatie van haar essaybundel. Hun briefwisseling is bewaard. Zij vond dat haar artikelen niet in chronologische volgorde opgenomen hoefden worden en dat “Stilte” een passende titel zou zijn. Bij het eerste heeft Calvino zich neergelegd maar wat het laatste betreft viel hij niet te vermurwen. Vermoedelijk had Calvino gelijk. Schreef Ginzburg zelf niet in haar bundel dat stilte een zonde is en zelfs een dodelijke ziekte. De kleine deugden spreekt als titel meer tot de verbeelding. Calvino bleek niet alleen in deze situatie uitgesproken standpunten te huldigen over wat goede literatuur is. In dit boek van hem is het de centrale notie.

    Achter de titel van het boek zou je een vraagteken verwachten. Calvino deed dat niet. Voor hem was het antwoord vanzelfsprekend. Hij begint het boek met een afbakening van het domein. Hij geeft liefst 14 typeringen over klassieke literatuur. Zijn eerste stelling luidt dat je klassieke boeken niet leest maar herleest. Een andere omschrijving behelst dat je klassieke literatuur beter wel dan niet kunt lezen. Een tegenargument zou kunnen zijn dat veel lezers gemotiveerd zijn om te lezen om meer te begrijpen van de wereld waarin zij op dat moment leven. Calvino is van mening dat je de huidige tijd het best begrijpt tegen de achtergrond van wat daar aan voorafging. Zonde van de tijd is een overweging die voor hem niet opgaat. Ter illustratie vermeldt hij een anekdote over Socrates dat alles op elk moment betekenis kan krijgen dus ook de klassieke literatuur.

    Terwijl de gifbeker werd bereid, oefende Socrates een aria op de fluit. “Waarom doe je het nog?” werd hem gevraagd. “Om deze aria te kennen voor ik sterf.”


    Na de inleiding over de klassieken volgt een groot aantal artikelen, geschreven door de jaren heen en met wisselende aanleidingen, over schrijvers met klassieke werken op hun naam. Calvino heeft niet de pretentie over deze boeken een objectief oordeel te vellen maar wil vooral aangeven wat hun betekenis voor hem is. Hij maakt een tocht door de tijd en langs verschillende continenten. Hij begint met klassieke klassiekers. Aan bod komen onder meer Xenophon, Plinius de Oude en Ovidius. Dat heeft er niet toe geleid om mijn hierboven ingenomen standpunt te heroverwegen. Een visie over het heelal of over de biologie, die door voortschrijdend inzicht gedateerd is geraakt, zal mij niet naar hun werk doen grijpen.
    De opvattingen van Calvino zijn verhelderend om te lezen. Over de recent overleden Kundera merkt hij op dat deze in de voetsporen is getreden van Diderot door het mengen van filosofie en ironie. Calvino weet het inzicht te vergroten in schrijvers die niet voor iedere lezer even toegankelijk zijn zoals Jorge Luis Borges, Henry James en Raymond Queneau. Van zijn landgenoten behandelt hij met bewondering Gadda, Montale en Pavese.
    Calvino laat zien dat niet alleen personages een hoofdrol kunnen opeisen in een roman. Voor Balzac stond Parijs op de voorgrond en bij. Gadda was dat Rome. Het ligt voor de hand om De onzichtbare steden van Calvino ook tot deze categorie te rekenen. Interessant is zijn interpretatie van Hemingway. Ga bij hem niet op zoek naar ideologische diepte. Bij Hemingway gaat het er in het leven vooral om iets goed te kunnen: “goed vissen, goed jagen, een brug opblazen, kijken naar een stierengevecht zoals dat moet, ook goed de liefde bedrijven”.
    Calvino heeft een zwak voor schrijvers die gebroken hebben met bestaande tradities. Zo vindt hij het de verdienste van Mark Twain dat hij de spreektaal in de literatuur geïntroduceerd heeft. Eveneens bewondert hij schrijvers die de lezer niet laten wegzinken in een verhaal maar aandacht heeft voor het boek als een construct. Vergeet niet dat je een boek aan het lezen bent door het vuur van de vertelling maar wees je daarvan juist bewust. Calvino zelf was daar een meester in. Zo onderbreekt hij in Als op een winternacht een reiziger het verhaal voortdurend om de lezer te attenderen op het feit dat hij Als op een winternacht een reiziger aan het lezen is. Fantastische elementen vinden bij Calvino net als bij sommige voorgangers een welkom onderdak. Zo wordt een burggraaf in twee gelijke helften gekliefd door een kanonskogel. Beide helften leven onafhankelijk van elkaar voort. De rechterhelft wordt gestuurd door het kwaad, de linkerhelft door het goede. Dat is overigens lang niet de enige bizarre wending die Calvino in De gespleten burggraaf van stal haalt.
    Aan het eind van het boek is aan de hand van jaartallen een overzicht te vinden van leven en werk van de auteur. Calvino ontpopt zich als een erudiete en enthousiaste gids. “Klassieke werken hebben de volgende eigenschap: hoe meer je ze denkt te kennen van horen zeggen, des te nieuwer, onverwachter en ongehoorder ze blijken te zijn wanneer je ze werkelijk leest.” Er gaat weinig boven het lezen van klassieken al is Calvino een redelijk alternatief.
    middelr@xs4all.nl

    Terug