Leesimpressies

  • Konstantin Paustovski: Goudzand

  • Nr. 16 - 2017
  • De zes delen met de levensgeschiedenis van Paustovski behoren voor mij tot de hoogtepunten van de reeks Privédomein. Samen met de werken van Flaubert en Canetti. Uitgeverij Van Oorschot gaat deze serie opnieuw uitbrengen, dit keer in drie banden. Paustovski lezen is als ooggetuige op de eerste rij zitten bij belangrijke gebeurtenissen als de Russische revolutie en de Eerste Wereldoorlog. Met veel oog voor detail en niet te vergeten voor het landschap weet de schrijver de lezer in te palmen. Er is gebulder van kanonnen en tegelijk de lofzang op de berkenbossen en de bekoring van de Zwarte Zee. In de slipstream ben ik ook het andere werk van Paustovski in vertaling gaan lezen. Zo volgde er nog een toegift in de serie Privédomein naast romans en verhalen. Vorig jaar verscheen een extra aanvulling samengesteld door Wim Hartog, de vaste vertaler van Paustovski. Hierin zijn verhalen, dagboeknotities en brieven bijeengebracht, voor de Nederlandse lezer bijna allemaal nieuw materiaal. Ondertussen is de reputatie van Paustovski wel wat afgebladderd. Er is duidelijk geworden dat hij zijn beschrijvingen van de werkelijkheid aanlengde met hier en daar wat fantasie. Schrijver zijn in de Sovjet-Unie vergt bovendien behoedzaam manoeuvreren. Volg je een eigen voorkeur of hou je rekening met de wensen van het regime?

    Voor kritische noten bij het werk van Paustovski is Ingenieurs van de ziel door Frank Westerman een geschikte bron. Voor de communistische machthebbers zijn schrijvers belangrijk gereedschap om de propagandistische boodschap uit te dragen naar de bevolking. Er bestaat een uitgewerkt systeem om vast te stellen of iets voor publicatie in aanmerking komt. Bij het begin van de revolutie was er nog sprake van spontaan enthousiasme bij een flink deel van het schrijversgilde, wat geleidelijk omsloeg in een lofzang op bestelling. Westerman treedt in de voetsporen van Paustovski als hij de wordingsgeschiedenis van de in zijn tijd bejubelde roman De baai van Kara-Bogaz reconstrueert. De roman behandelt de triomftocht van de mens over de natuur in het kader van de oliewinning. Westerman komt tot de conclusie dat Paustovski nooit in Kara-Bogaz is geweest. De schrijver heeft zijn opdrachtgevers willen plezieren met een verhaal dat past in de fel realistische traditie, zoals Westerman dat noemt: boy meets tractor.
    Terug naar de recente publicatie Goudzand. Het onrustige zwerversbloed van Paustovski stroomt in dit boek weer alle kanten op. Hij vertoeft onder meer in Moskou, Alma Ata, Bakoe, Riga, Tbilissi, Odessa en Minsk. Dat zijn steden die ooit deel uitmaakten van het Russische rijk maar nu in even zo veel verschillende landen liggen. Koortsachtig spoorde de schrijver naar nieuwe indrukken om zijn schrijverschap te voeden. De dagboeknotities zijn meestal in telegramstijl en fungeren als geheugensteun om later in het literaire werk een plek te krijgen. De brieven zijn er om contact met het thuisfront als familie en vrienden te onderhouden. In de latere jaren zijn er bovendien de nodige reizen naar West-Europa. Paustovski is nieuwsgierig en legt makkelijk contacten. Hij logeert soms bij mensen die hij kort voordien pas ontmoet heeft.

    Ik ben van mening dat je alleen door reizen en trekken, en voortdurend in aanraking te zijn met het leven, in staat bent het wezen van een tijdperk te doorgronden en doorvoelen en anderen deelgenoot kunt maken van op feiten berustende waarnemingen


    Omdat de dagboeknotities het karakter bezitten van kladjes voor later vormen zij niet bepaald het boeiendste onderdeel van Goudzand. Het lezen van de brieven leidt menigmaal tot een gevoel dat de lezer wel erg het particuliere domein betreedt. De vele ontboezemingen voor familieleden reduceren de lezer soms tot een voyeur. In het begin zijn vele brieven gericht aan echtgenote Katja, mijn geliefde, mijn pluisje. Later zullen er nog twee pluisjes volgen. In de brieven klinkt de zorg om de loopbaan als schrijver door. Zal het lukken om het werk dat hem zo na aan het hart ligt gepubliceerd te krijgen. Ook krijgt de lezer veel informatie over de gezondheidsproblemen van de schrijver. Paustovski had een zwak hart en leed aan astma.
    Het boeiendst zijn de verhalen in Goudzand, al dan niet geschreven als journalistieke bijdragen voor een krant. Daar komt Paustovski in de buurt van de auteur van de zesdelige serie De geschiedenis van een leven. De auteur kan gemakkelijk uitdrukking geven aan zijn bewondering voor andere kunstenaars zoals de schrijvers Boenin, Achmatova en Babel. Het zijn niet alleen schrijvers die hij bewondert. Ook musici en schilders komen aan bod. Tot de aardigste stukken in het boek behoort wat hij over zijn kennismaking met het werk van de schilder Niko Pirosmanisjvili schrijft. Deze schilder was een dakloze spoorwachter. Hij schilderde de uithangborden van herbergen als tegenprestatie voor onderdak en voedsel.
    Voor iemand die alles van Paustovski wil weten is Goudzand niet te versmaden. Voor de neutrale belangstellende is het ongetwijfeld bevredigender om de beschikbare leestijd te besteden aan de zes delen van De geschiedenis van een leven. Te beginnen met Verre jaren om te eindigen met Boek der omzwervingen.

    Terug