Leesimpressies

Maria Kager: De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf
- Nr. 27 - 2025
- Wat doe je met een rare vader? Het is een optie om een boek over hem te schrijven. Frida Wolf gaat met haar vader op pad als hij bij de Bijenkorf ondergoed steelt, van zwart satijn of rood kant, bedoeld als attentie voor zijn echtgenote. De Koepelgevangenis in Haarlem speelt een grote rol in de roman. Niet dat haar vader daar achter de tralies belandt, nee hij is er de directeur. Het gezin woont in een dienstwoning dat onderdeel uitmaakt van het gevangeniscomplex. Frida groeit op met het vertrouwde geluid van rammelende tralies. Je went aan alles. Zoiets wordt pas bijzonder als een logerend vriendinnetje hier een opmerking over maakt. Vader heeft veel begrip voor wie onder zijn verantwoordelijkheid opgesloten zit. Het zijn pechvogels en van straf word je geen beter mens. De gestraften zitten meestal niet op hockey. Vader is van huis uit psycholoog. Veel gevangenen zijn psychopaat. Ze liegen pathologisch, zijn manipulatief maar ook heel charmant. Ze missen empathie, schuldgevoel en berouw. Je komt psychopaten ook buiten de gevangenis tegen bijvoorbeeld in bestuurskamers. Frida is niet op haar mondje gevallen en confronteert haar vader met het feit dat hij zelf directeur is. Vader ziet zijn kans schoon om haar de les te lezen wat hij graag doet. Veel psychopaten worden directeur, maar niet alle directeuren zijn psychopaat. Een kwestie van logica.
Vader lijdt aan een flinke verzameling neuroses en drinkt daarnaast te veel. Hij is van mening dat hij zijn enig kind een buitengewoon geslaagde opvoeding heeft gegeven. Van jongs af aan vraagt hij haar om citaten uit de wereldliteratuur thuis te brengen. Haar reactie Yeats-kafka-dickens-dostojevski-nabokov is niet altijd in de roos. Dan is het: domme gans, je zou er niks van krijgen als je eens een boek zou openslaan. Er is ook een moeder. Zij is net als vader psycholoog met een eigen praktijk. De twee leerden elkaar kennen via een therapiesessie. Verder zoekt moeder haar bestemming in activiteiten buiten de deur. Haar nuttigheidsdrang is geen deugd maar een aandoening. Vader en moeder zijn allebei eerder getrouwd geweest en kibbelen er vrolijk op los. Voor Frida is de situatie niet ideaal.
Je wilt zo graag normaal zijn, normale ouders hebben. Een vader die niet steelt en drinkt, een moeder die niet altijd naar congressen gaat, die geen schreeuwende kinderen in therapie heeft en de rijst laat aanbranden omdat ze in het Tijdschrift voor Psychoanalyse zit te lezen
Als het gezin voor familiebezoek per auto naar Frankrijk reist, vindt er een ernstig verkeersongeluk plaats. Frida ligt in de kreukels en zal mank blijven lopen. Het verhaal focust zich op de verwondingen van Frida. Het wordt langzaam duidelijk dat moeder bij het ongeluk is omgekomen. Vader en Frida moeten alleen verder. Vader troost zich door bij herhaling naar The bridges of Madison County te kijken omdat Meryl Streep herinneringen oproept aan zijn echtgenote. De auteur zal vaker ingrijpende ontwikkelingen indirect of pas achteraf schetsten. Opeens blijkt haar vader geen directeur meer van de koepel te zijn maar hij is overgeplaatst naar het gevangenisziekenhuis in Scheveningen. Een verklaring voor de loopbaanswitch blijft uit. Heeft vader de beleidsbepalers bij Justitie tegen de haren ingestreken of werd hij door hen verantwoordelijk gehouden voor het boven gemiddeld aantal ontsnappingen vanuit de Haarlemse koepel? Ook blijkt hij als slag bij heldere hemel ziek te zijn met de dood als gevolg. Frida schetst haar verliefdheden, heel romantisch met gelijke aanspraken van een Israƫlisch en een Palestijnse jongen. Ook de ontmaagding komt aan bod maar aan het eind van het boek blijkt ze getrouwd en moeder te zijn met een echtgenoot/ vader als grote onbekende. Voor de lezer tenminste voor haar wellicht niet.
Het boekt hinkt op verschillende gedachten. Wilde de auteur een autobiografische roman over Frida schrijven of een eresaluut afsteken voor de vaderfiguur? Er zit bovendien nog een derde dimensie in het boek. Er valt een non fictie verhaal te onderscheiden over het zeldzame verschijnsel koepelgevangenis, in Nederland te bewonderen in Arnhem, Breda en Haarlem. Ooit nam Frida zich voor op school een spreekbeurt te houden over het gevangeniswezen. Zij vraagt zich af of die term bedoeld is om kinderen aan te duiden van wie er een ouder in de gevangenis zit opgesloten. Die spreekbeurt zal er niet komen. Toch komt de lezer veel te weten over het leven van de twee betrokken architecten, senior en junior Metzelaar met ruime aandacht voor de voordelen en nadelen van een koepelconstructie. Ook in dit deel lopen de verhaallijnen door elkaar. Er komt een Kager voor in het boek als directeur van een concurrerend penitentiair complex. In een voetnoot wordt als publicist Maria Kager opgevoerd die als onderzoeker verbonden is aan het Nederlands Instituut voor Gevangenisarchitectuur.
Op de compositie van De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf valt het nodige aan te merken. Met de leeservaring is echter niks mis. De droge nuchterheid en eigenzinnigheid van Frida dragen het verhaal. De aspirant lezer zou er niks van krijgen als hij dit boek eens zou openslaan.
middelr@xs4all.nl
