Leesimpressies

Max Pam: De laatste schaker
- Nr. 28 - 2025
- Max Pam is mij bekend als columnist, schaakliefhebber en exegeet van W.F. Hermans. Met de schrijver heb ik alleen ervaring opgedaan via de vermakelijke persiflage “De herenclub”. Dat was de aanduiding voor een select gezelschap, zeg maar culturele elite, dat wekelijks bijeenkwam om een vorkje te prikken en een glaasje te savoureren onder de bezielende leiding van Harry Mulisch, de toenmalige stadhouder van Amsterdam en Kennemerland tevens de grootste Goethe buiten Weimar. Het culinaire deel was in handen van een bekende televisiekok. Men besprak of de wereld nog toekomst had en was bereid als de nood aan de man kwam om desnoods zelf de last van een reddingspoging op de schouders te nemen. De wereld heeft het gelukkig nooit zover laten komen. In zijn nieuwe roman blijft Pam de werkelijkheid dicht op de huid zitten. De hem bekende schaakwereld vormt het decor tegen wederom een wereld die maar niet stil wil blijven staan. Het schaken is niet meer wat het geweest is. De grootmeesters evolueren van bohemiens naar atleten. Je ziet hen tegenwoordig wel eens in een sportschool. J.H. Donner zou zich in zijn graf omdraaien. Pam heeft zijn pen in nostalgie gedoopt. De computer vormt de motor van de verandering. De lezer krijgt het allemaal mee via het leven van Viktor Sanders een ooit gevreesde grootmeester.
Viktor Sanders is inmiddels eind vijftig. De beloftes zijn niet ingelost. Zijn loopbaan kreeg een knauw doordat hij zijn paard op a1, de zieligste plek voor een paard op een bord, neerzette en daar de rest van de partij liet staan. Toch zorgt het schaken nog steeds voor zijn broodwinning. Hij schrijft stukjes over schaken en geeft uitleg bij toernooien. Zijn belangrijkste inkomstenbron is een functie als grootmeester op een cruiseschip. Daar speelt hij simultaan tegen passagiers. Contractueel is hij verplicht om minimaal één tegenstander te laten winnen. De rederij voelt zich verplicht de kapitaalkrachtige klandizie enig perspectief te bieden. De meeste passagiers zijn hoog opgeleid maar weer niet zo hoogopgeleid dat zij neerkijken op een cruise. Het schip draagt de naam Blue Ocean, niet te verwarren met Deep Blue wat de naam is van de computer die in 1996 wereldkampioen Kasparov wist te verslaan. Blue Ocean staat aan het begin van de roman klaar om van Oslo naar Amsterdam te vertrekken. Een cruiseschip is een vertrouwd decor in de schaakwereld. Voor de Tweede Wereldoorlog maakte een schaakmeester op de Holland America Line al deel uit van de faciliteiten aan boord. Het beroemde boek Schaaknovelle van Stefan Zweig speelt zich af op een boottocht van New York naar Buenos Aires en draait om een krachtmeting tussen wereldkampioen Czentovic en de man die uit zelfbehoud een boek met 150 schaakpartijen uit het hoofd heeft geleerd. Als Sanders onder pseudoniem een ingezonden stuk schrijft doet hij dat onder de naam Czentovic. Max Pam maakt het hele boek door toespelingen op wetenswaardigheden uit de schaakhistorie. De zelfmoord van de schaakgrootmeester uit The defense van Nabokov blijft natuurlijk niet onvermeld. De eigen genialiteit is in schaakkringen een gangbare aanleiding voor destructie.
Het schip is een 24 uur draaiende entertainmentfabriek, een drijvend pretpark, met een voetbalveld, tennis- en padelbanen en met als allernieuwste aanwinst een kartbaan, die zich op het hoogste dek rond het schip slingert
Een zijlijn bij Max Pam is de ondergang van schaakgrootmeester Merlijn Domar aan wie Sanders zich verplicht voelt van zijn medeleven te getuigen. Onder meer aan de enorme hoeveelheid suikerklontjes die Domar in zijn koffie gooit valt hierin Hein Donner te herkennen met op zijn begrafenis een opvallende rol voor zijn dochter die in werkelijkheid als columniste bekendheid geniet.
Pam weet het verhaal met een tempo behorend bij snelschaak weer te geven. Voor insiders in de schaakwereld, waartoe ik niet behoor, komen veel bekende anekdotes voorbij. De algemene teneur is mopperige somberheid. Het schaken is door de computer radicaal veranderd. Verrassend goede resultaten staan onder verdenking van bedrog. Hoe is het de speler gelukt de computer tijdens een wedstrijd te raadplegen? Aan boord verschijnt zo’n verdacht wonderkind waarmee Sanders de strijd dient aan te gaan. Dankzij een goede voorbereiding weet Sanders zich te redden. Een spannend element uit het verleden, het uitspelen van een afgebroken partij, bestaat niet meer omdat iedere sukkel tussen de wedstrijden door wel een passende zet uit de computer weet te peuren.
Met grote ergernis beschouwt Sanders de moderne ontwikkelingen. Hij zal mensen die over een schaakwedstrijd spreken corrigeren door over een schaakpartij te praten. Hij stoort zich aan de populariteit van de serie The Queen’s Gambit waarbij het excentrieke wonderkind Bobby Fisher in een vrouw is veranderd. De naam van de Indiase staalfabriek die nu de naamgever is van het Hoogoventoernooi komt hem niet uit de mond. Hoe kan het toch dat wereldkampioen Magnus Carlsen miljoenen verdient door het dragen van een bepaald merk spijkerbroek. Het wekt geen verbazing dat de rederij vanwege teruglopende belangstelling onder passagiers besluit niet langer met Sanders door te gaan. Als schrale troost bereikt hem het bericht dat hij in aanmerking komt voor een erepenning. Op weg naar de ceremonie valt hem op dat de levensgrote schaakstukken op het Max Euweplein verwijderd zijn. Bovendien is het Max Euwe Huis na 40 jaar van zijn onderkomen beroofd en naar een marginale plek verplaatst. Max Pam presenteert zich met dit boek als de Maarten van Rossem van de schaakwereld. Het is de vraag of dit een gelukkige combinatie oplevert.
middelr@xs4all.nl
