Leesimpressies

  • Paulo Coelho: De alchemist

  • Nr. 14 - 2014
  • De Braziliaan Paulo Coelho behoort tot de meest gelezen schrijvers ter wereld. Hij leidde in zijn jonge jaren het leven van een hippie. Hij staakte zijn studie rechten om te gaan reizen. Zo bezocht hij het concentratiekamp Dachau en kreeg daar een visioen over een ontmoeting. Later zou hij de man van het visioen in het echt tegenkomen nota bene in Amsterdam. Het visioen verstrekte de opdracht een pelgrimstocht te ondernemen. Nadien bekeerde Coelho zich tot het katholicisme. Het is opvallend hoe in sommige levens de tegenslagen zich opstapelen.
    Ergens in mijn jeugd is een allergie ontstaan voor quasi diepzinnig gezever. Daar kun je een betrekkelijk normaal leven mee leiden zolang je maar oppast naar wie je luistert en wat je leest. Coelho leek me deel uit te maken van de gevarenzone. Sinds president Lula staat Brazilië in de wereldorde op de kaart. Het land is meer dan carnaval, favela’s en voetbal. Met de economische bloei komt ook de kunst extra onder de aandacht. Verdiende Coelho niet een eerlijke kans? Als ik nu eens zijn beroemdste boek uitkoos om te lezen dan zou er in het geval van een meevaller nog een heel oeuvre klaar staan. Aan een tegenvaller zou minimaal een leesimpressie over te houden zijn. Op het moment dat ik in de debuutroman van Eleanor Catton, die ik zeer hoog acht, een personage tegenkwam met een stukgelezen exemplaar van De alchemist was er geen weg terug.

    In het voorwoord meldt Coelho dat hij elf jaar alchemie gestudeerd heeft. Hij wilde metalen in goud veranderen en het levenselixer ontdekken. Dat is een merkwaardige aftrap. Wie besteedt er nu elf jaar van zijn leven aan iets waarvan elk inleidend scheikundeboek je kan vertellen dat het onmogelijk is. Navelstaren gaat kennelijk gepaard met het negeren van de werkelijkheid. Feiten zijn hinderlijke onderbrekingen van illusies. Op het voorwoord volgt nog een proloog waarna de reis door het verhaal eindelijk kan beginnen. Het wordt vooral een reis langs rare zinnetjes met als terugkerende boodschap dat iedereen zijn eigen legende moet leven. De openingszin luidt: “De jongen heette Santiago”. We volgen zijn omzwervingen op zoek naar een schat. We eindigen met een epiloog die opent met: “De jongen heette Santiago”. Maar dat wisten we al vanaf de eerste zin. Coelho onderbreekt de loop van het verhaal bij voortduring om de lezer te trakteren op diepe wijsheden waarvan mij de betekenis als zand door de vingers glipt. De schrijver is exploitant van een uitdragerij in abacadabra. “Ik heb geleerd dat de wereld een ziel heeft, en dat wie de ziel begrijpt, de taal der dingen zal verstaan.” Zo, daar kunnen we mee vooruit.

    Het geheim van het geluk schuilt in het kijken naar alle wonderen van de wereld zonder ooit de twee druppels olie op je lepel te vergeten


    Dan het verhaal zelf. Santiago was voorbestemd om priester te worden maar kiest voor een leven als herder om te kunnen reizen. Nadat wij zijn eenvoud stevig ingepeperd hebben gekregen, zadelt Coelho hem twee keer op met dezelfde droom (!). Santiago stapt naar een waarzegster voor uitleg (!). Zij vertelt hem dat hij de piramiden van Egypte dient te bezoeken om daar een schat te vinden (!). Een oude man, die de koning van Salem blijkt te zijn, geeft hem voor onderweg twee stenen mee. De witte steen betekent ja, de zwarte nee (!). Santiago verkoopt zijn schapen om de overtocht van Spanje naar Afrika te kunnen betalen. Tot twee keer toe verliest hij al zijn geld (!). Onderweg zijn er ontmoetingen onder meer met de beeldschone Fatima en natuurlijk met de alchemist. Er liggen vele hindernissen op de loer voordat de plaats van bestemming bereikt is (!). Het bezoek aan de piramiden levert Santiago echter geen schat op. Gedesillusioneerd keert hij huiswaarts (!). Onder de wortels van de vijgenboom van waar de grote reis begon, vindt Santiago de schat. Wat de moeite waard is, ligt niet ver weg maar juist dicht bij huis (!). Voor het eerst ontvangt hij een kus van Fatima.
    Voor mij is literatuur interessant die je een nieuw zicht op de werkelijkheid verschaft. Coelho ontneemt je het zicht op de werkelijkheid. Ik geloof niet in mensen die in wind veranderen. Coelho is een literaire kwakzalver. Coelho lezen is verlangen naar het werk van J.M. Coetzee, Willem Elsschot, Jens Christian Grøndahl, Willem Frederik Hermans, Franz Kafka, Mario Vargas Llosa, György Konrad, Nagieb Mahfoez, Thomas Mann, Sandor Marai, Javier Marias, Gabriel Garcia Marquez, Ian McEwan, Patrick Modiano, Haruki Murakami, V.S. Naipaul, R.K. Narayan, Amos Oz, Orhan Pamuk, Jose Saramago, Italo Svevo, Anton Tsjechov enz enz. Opeens ben ik niet meer zo zeker dat Brazilië het WK in eigen land zal winnen.
    Paulo Coelho heeft de eenvoudige herdersjongen Santiago als hoofdpersoon gekozen. We zullen zijn geschiedenis volgen niet dan nadat we zijn eenvoud ingepeperd hebben gekregen (!).

    Terug