Leesimpressies

  • Peter Handke: Ongezocht ongeluk

  • Nr. 16 - 2022
  • Peter Handke verstaat de kunst van het aanstoot geven. Als jonge Oostenrijkse schrijver zette hij zich af tegen de generatie voor hem. Auteurs van de Gruppe 47 waren prutsers die met hun eindeloze vertellingen in het verleden waren blijven steken. In zijn toneelstuk Publiksbeschimpfung geven de auteurs de toeschouwers er van langs. Per boek kondigt hij zijn echtscheiding aan in Der kurze Brief zum langen Abschied. Daar kan geen mediation tegenop. In 2019 ontvangt Handke de Nobelprijs voor literatuur. Er ontstaat opnieuw rumoer. Handke heeft naar aanleiding van de oorlog op de Balkan zijn sympathie betuigd voor oorlogsmisdadiger Milosevic. De discussie laait op. Dient de winnaar van de Nobelprijs zelf van onbesproken gedrag te zijn of dient alleen het werk beoordeeld te worden. En als de persoon er toe doet, hoe ver reikt zo iets. Er zijn heel wat schrijvers met prijzen vereerd die zwaar aan de verdovende middelen waren of ronduit onaangenaam in de omgang. Naar mijn smaak is “Reis naar het einde van de nacht” een indrukwekkende roman ondanks het feit dat de auteur een rabiate antisemiet was. Toch kun je een boek nooit helemaal los van de maker zien. Boeken vallen niet als Zweeds wittebrood uit de hemel. Bovendien neemt bij de prijsuitreiking niet het boek maar de auteur de oorkonde in ontvangst.

    Er valt wel iets voor te zeggen om een onderscheid te maken naar het soort literaire prijs. Gaat het om de uitverkiezing van een individueel boek dan is de persoon van de schrijver wat minder prominent in beeld dan als het om een oeuvreprijs gaat. In het laatste geval staat de schrijver als persoon nadrukkelijker op de voorgrond. De Nobelprijs heeft Handke overigens opnieuw in de belangstelling gebracht. Het was rondom hem wat stiller geworden. Hij heeft zijn beroemdste boeken al lang geleden gepubliceerd. Recent heeft uitgeverij Wereldbibliotheek van hem Het tweede zwaard uitgebracht waarvan het origineel in 2020 verscheen. Tegelijk verscheen een heruitgave van Ongezocht ongeluk dat stamt uit 1972 en vertaald werd in 1975. Dat is een attente handreiking van de uitgeverij omdat het recente boek voortborduurt op dat eerdere werk. De dood van zijn moeder is voor Handke de aanleiding voor beide werken.

    Uit de rubriek gemengde berichten van het zondagsblad. In de nacht van vrijdag op zaterdag pleegde een eenenvijftigjarige huisvrouw uit A. (gemeente G.) zelfmoord door het innemen van een overdosis slaaptabletten


    In Ongezocht ongeluk schetst de auteur een portret van het ongelukkige leven van zijn moeder. Hoewel voorzien van een behoorlijke intelligentie weet zij zich niet te ontworstelen aan een benepen agrarisch milieu en aan een gewelddadige echtgenoot, die overigens niet de vader van de schrijver was. In Het tweede zwaard is wraak de gemoedstoestand die de moederfiguur bij de schrijver te weeg brengt. Een vrouwelijke journalist, die net als hij in de regio Ile-de-France woont, heeft zijn moeder ervan beschuldigd een bewonderaar van Hitler te zijn. Dat is voor de schrijver onacceptabel. Hij is van plan haar te vermoorden. Met het adres van het beoogde slachtoffer op een envelop gaat de hoofdpersoon per openbaar vervoer op pad. Over de legitimatie zegt hij het volgende: “in mijn verbeelding bestaat nu op aarde geen gerechtigheid meer zonder geweld”. Op een volgend moment beweert hij: “alle ellende van de wereld ontstaat doordat de mensen niet in staat zijn de bakerpraatjes over schoonheid te vergeten. Al die woestijnen en badlands van de schoonheid.”
    Over wie het vonnis moet voltrekken geeft het boek een dubbelzinnig beeld. Op bladzij 55 staat “ik voelde en wist, wie weet waarom, met mijn dromen als impuls -of omgekeerd als effect daarvan- dat ik een geboren moordenaar was”. Daarvoor op bladzij 41 was het nog “nee, het moet een huurmoordenaar zijn. Als zoon moet en wil ik bij die vrouw niet de voltrekker zijn.” Bij Handke kun je alle kanten op. Uiteindelijk komt er geen moord. Op bladzij 126 is de conclusie “zij de euveldader, zij en haars gelijken, hoorden in dit verhaal niet thuis, in dit noch in enig ander verhaal! Er was daarin geen plaats voor hen.”
    Voor Handke is de taal een experimentele speeltuin. Hij brengt de lezer voortdurend in verwarring waarbij de opbrengst uiterst onzeker is. “Ik genoot gewoon van mijn woede en vijandschap jegens de mensen.”
    Van Handke werden uit ooit twee delen in de reeks privé-domein uitgebracht. Aan De last van de wereld heb ik een fragmentarisch beeld overgehouden vol korte observaties en daaraan verbonden associaties. Voor de lezer rest de vraag wat je daarmee moet. Het personage Handke kent een ernstige vorm van zelfobsessie. Het is de vraag wat iemand die zo met zichzelf in de weer is, een ander te melden heeft. De belangrijkste kritiek op het verlenen van de Nobelprijs is wellicht niet de persoon maar het zetten van de schijnwerper op een oninteressante schrijver. Incoherentie is geen deugd. Het typerende slotwoord is aan de schrijver op de eerste pagina van zijn laatste boek. “Zo’n soort zelfgesprek, waarmee ik me anders, op welke manier dan ook en dat niet pas sinds de laatste jaren, vaak dagenlang vermaakte, ervoer ik op dat moment als uniek voor mijn persoon en bovendien als iets in ieder opzicht ongehoords.”
    middelr@xs4all.nl

    Terug