Leesimpressies

  • Roxane van Iperen: Eigen welzijn eerst

  • Nr. 21 - 2022
  • Nadat Roxane van Iperen succes boekte met de oorlogsroman ’t Hooge Nest werd zij een prominent deelnemer aan het publieke debat. Ze verzorgde in 2021 de 4 mei lezing en schreef in hetzelfde jaar het boekenweekessay. In haar nieuwste boek richt zij haar pijlen op een bepaald type seksegenoten. Het betreft vrouwen die zich hebben afgewend van de maatschappij en zich gelukzalig wentelen als filmster van hun eigen leven op sociale media samen met hun verwende nageslacht. Een bakfiets gevuld met yoga en spiritualiteit zorgt voor het vervoer van en naar de vrije school. Het voedsel komt uit de eigen kruidentuin en onscherp op de foto is er een echtgenoot met slappe was. Verder behandelt ze met kritische blik de opkomst van extreemrechts en het gebrek aan moreel besef bij de Poetinknuffelaars. Sterker nog ze brengt genoemde verschijnselen onder een gezamenlijke noemer. Ze legt uit hoe deze ontwikkeling is ontstaan en welke bestrijdingsmiddelen voorradig zijn. Van Iperen beschikt over een scherpe blik en dito pen. Ze heeft voor een groot deel het gelijk aan haar kant al vallen er bij haar betoog zeker de nodige kanttekeningen te maken. De verdienste van een steen in de vijver komt haar in ieder geval toe. Het is opmerkelijk dat een bevoorrechte vrouw bevoorrechte vrouwen op de korrel neemt.

    Van Iperen ziet de volgende aanlooproutes naar wat zij noemt het welzijnsnationalisme. Het geloof in de vooruitgang is verdwenen. Vroeger konden dubbeltjes kwartjes worden en nu gloort het perspectief van een stuiver. Onder impuls van langdurig neoliberaal beleid zijn publieke voorzieningen afgebouwd. Onzekerheid werpt mensen terug op zichzelf. Anderen vormen een bedreiging. De multiculturele samenleving kreeg als begrip een negatieve lading en werd een startpunt voor openlijk wij-zij-denken. Rechts heeft een passie voor ongelijkheid. De politiek kon een nieuwe markt aan boren en deed dat met enig succes. Wat Fortuyn zaaide en door een abjecte moord in de kiem smoorde, wordt nu geoogst door Baudet, Wilders, Van Haga en Eerdmans. De ander is de boosdoener.

    Wanneer je al die stutpalen van sociaal en cultureel kapitaal zou weghalen en de kansen echt gelijkwaardig zouden zijn, blijkt hoe ‘gewoon’ veel mensen uit deze groepen eigenlijk zijn en hoe groot de concurrentie opeens is met andere ‘gewone’ mensen


    Het is een klassiek verschijnsel dat een dominante groep nieuwkomers graag als zondebok afschildert. Soms zijn zwarten, dan weer joden, moslims, vrouwen of katholieken het mikpunt. In de huidige situatie vormt het uit Amerika overgewaaide gedachtegoed van QAnon een giftige bron. Daar is de omvolkingstheorie populair waarbij een kwaadaardige elite aan de touwtjes trekt en de dominante bevolkingsgroep wil vervangen door mensen van elders met een minderwaardige cultuur. Er is een samenzwering gaande. Kom in actie en verzet luidt de boodschap, eigen geweer eerst. Wat die dekselse elite met deze gang van zaken te winnen heeft, kunnen de aanhangers van deze opvatting moeilijk duidelijk maken. De geheimzinnige draadjes tussen deze elite en de zittende regering gecontroleerd door een democratisch gekozen parlement vallen evenmin makkelijk zichtbaar te maken. Ironisch is vooral dat de omvolkingstheorie vooral aanhang heeft onder conservatieve witte protestanten die hun comfortabele positie in de Amerikaanse samenleving verwierven nadat de oorspronkelijke bewoners in de pan gehakt waren.
    Van Iperen wijst erop dat de coronacrisis de spanningen tussen mensen extra heeft aangezet. Er is afkeer van en wantrouwen in de overheid. De algoritmes van de sociale media bewerkstelligen dat iedereen toegang heeft tot een samenzwering die het best bij hem of haar past. Arjen Lubach heeft aan een groot publiek treffend laten zien hoe deze fabeltjesfuik werkt.
    De relatie tussen de onzekerheid van nu, bijvoorbeeld ontleend aan Fear of falling van Barbara Ehrenreich en een hang naar extreemrechts is minder vanzelfsprekend dan Van Iperen doet voorkomen. Aan het eind van de vorige eeuw was het werk van Christopher Lasch actueel. Hij signaleerde in The culture of narcissism dat een doorgeschoten individualisme de maatschappelijke betrokkenheid van mensen deed afnemen. Hij sprak over diminishing expectations. Men was vooral met zichzelf bezig, welzijnsnationalisme avant la lettre. Dat vertaalde zich toen echter niet in de opkomst van extreemrechts.
    Van Iperen bepleit als oplossing dat overheidsbeleid moet inzetten op het verhogen van zekerheden door middel van fatsoenlijke publieke voorzieningen als basis voor iedereen; werk, onderwijs, zorg en huisvesting. Handigheidjes van een premier die naar eer en geweten liegt en een vicepremier die niet betrokken was maar wel betrokkenheid heeft, kunnen we missen als kiespijn.
    De ontwikkeling die Van Iperen schetst en bestrijdt is stellig waarneembaar. Toch maakt zij het probleem groter dan het waarschijnlijk is. Een harde kwantificering ontbreekt. Het is bij lange na niet de hele middenklasse van vrouwen die zich bekeerd heeft tot het welzijnsnationalisme. Is er niet meer naïviteit dan kwade trouw? Bij verkiezingen komt de aanhang van populistisch rechts niet of nauwelijks boven de 20%. Hoe vaker extreemrechts het masker laat vallen, Poetin prachtvent, des te kleiner de steun zal zijn. Dat mensen als Van Iperen hun stem verheffen is waardevol. Voor de ander, als potentieel slachtoffer, maakt het niet uit of de dader een bruine smeerlap of een onnozel gansje is.
    middelr@xs4all.nl

    Terug