Leesimpressies

  • Simon Carmiggelt: De oorlog in stukjes

  • Nr. 20 - 2025
  • Op zoek naar een schrijver die past bij 4 en 5 mei is Simon Carmiggelt een verantwoorde keus. Hij was zo’n vier decennia verbonden aan de in het verzet geboren krant Het Parool. Aanvankelijk werkte hij daaraan mee vanuit zijn geboorteplaats Den Haag maar toen dat te gevaarlijk werd, verhuisde hij naar Amsterdam. Hij zou zich ontpoppen tot echte Amsterdammer. Inspiratie voor zijn dagelijkse stukjes vond hij vooral in cafébezoek te midden van de vaste clientèle. De thematische bundeling die net is verschenen bevat 51 bijdragen. De eerste verscheen ibegin 1945, de laatste halverwege 1983. Alleen de eerste drie stukken stammen uit de oorlogsperiode zelf. Veruit de meeste kronkels, de naam waaronder zij in de krant verschenen, zijn dus na afloop tot stand gekomen en markeren herinneringen aan Nederland in oorlogstijd. Carmiggelt schrijft dus niet zo zeer over de oorlog als wel over de bezetting. Het betreft een periode waarin mensen, joden, van de ene op de andere dag konden verdwijnen en zij die aan het verzet deelnamen permanent op hun hoede moesten zijn om met belastend materiaal niet in handen van de Duitsers te vallen. Ook Carmiggelt trof dit lot. Hij kreeg een grote slag te verwerken op het moment dat zijn bewonderde oudere broer Jan gearresteerd werd en de oorlog niet zou overleven.

    Carmiggelt heeft aan de wieg gestaan van wat later een al te populair genre zou worden: de column. Die term zou later pas in zwang raken. In zijn tijd was de aanduiding kronkel, eigenlijk een eigennaam, of een cursiefje verwijzend naar de gekozen typografische stijl. Dat Carmiggelt zo vaak in zijn werk terugblikte op de bezetting zegt onder meer iets over de enorme impact die de desbetreffende periode op zijn leven heeft gehad. Veel was schaars maar de adrenaline was niet op de bon. De motivatie van Carmiggelt net als die van zijn vriendenkring bestond uit een aversie tegen de nazi’s en de hoop op vrijheid en een beter leven na afloop. Men dacht lachend door het leven te gaan als het allemaal voorbij zou zijn. Men werkte aan een toekomst die later tegen zou vallen.

    De oorlog is een onuitputtelijk gespreksonderwerp. Noem het woord en je steekt een vlam aan die vooreerst niet dooft. Waarom willen we er altijd weer over praten, elkaar verdringen met verhalen? Misschien wel omdat het een heilige tijd was, toen mensen edeler en schofteriger handelden dan nu, in de lauwe atmosfeer van de welvaartsstaat


    De cursiefjes van Carmiggelt kenden een eigen stijl. Over emoties schreef hij op een ingetogen onderkoelde manier. Zijn taalgebruik was licht gezwollen. De toon was meestal tragikomisch. Carmiggelt heeft het vermogen om zijn figuren kernachtig te typeren welke aanpak vaak vergezeld gaat van een karakterschets in zakformaat. Zeker in de eerste jaren van zijn werk ging hij vastberaden op weg naar een pointe. Later durfde hij die dwangmatige eindstreep los te laten. Carmiggelt is ook de man bij wie je een vocabulaire aantreft dat door de tijd is ingehaald. Hij heeft het over een drijver, over een stoepier net als over spelen met een vliegende-hollander, gevoelshoogtij, snauwtoon, praatvaer, kinkel, dojevisjesvreter, peulebroek enzovoort. Een belangrijke informant voor de beschreven verhalen is de kastelein. Plaats delict: de tapkast.
    Vanwege de beschreven periode is er ruimte voor Duitse vaktermen: Halte stehen bleiben, razzia, Maul halten en Ausweis. Een minpunt van deze door De Arbeiderspers op de markt gebrachte uitgave is het ontbreken van annotaties. De schrijver is inmiddels bijna veertig jaar dood en verdient ten opzichte van een nieuwe lezersgeneratie wel een ruggensteuntje.
    Tijdens zijn leven viel hem niet altijd de verdiende erkenning ten deel. Het genre dat hij beoefende kende weinig aanzien. Daaraan werd later recht gedaan. Hij kreeg literaire prijzen en werd een volwaardig lid van de letterkundige eerste rang. Hij was een bewonderaar van Elsschot en publiceerde over hem. Er was een vermaarde briefwisseling met Gerard Reve waarbij hij de grote volksschrijver probeerde weg te houden bij het overschrijden van de goede smaak. Carmiggelt kreeg de status van een bekende Nederlander toen hij uit eigen werk ging voorlezen op de televisie. Dat gebeurde met een lijzige stem ondersteund met veel gelaatsexpressie en een bewust gekozen timing. Dat alles ondersteund door A sentimental mood van Duke Ellington. Hij gold als de meest getrouwde man van Nederland en het betere ik van Renate Rubinstein. Een enkele keer zorgde hij in zijn werk voor een neologisme. Zijn epibreren haalde de Dikke van Dale. Het politieke engagement had Carmiggelt van huis uit meegekregen. Hij was in hart en nieren een sociaal-democraat die overigens allergisch was voor links gedram. Vader zette zijn kinderen niet onder druk voor wat betreft een politieke plaatsbepaling. ”We moesten het zelf maar uitzoeken. En toen we dat deden, kwamen we natuurlijk in zijn denksfeer terecht, omdat we nooit onder fanatisme hadden gezucht dat moest worden gewroken.” Als eerbetoon aan zijn vader vertelt hij over diens dofzwarte gedekte das die hij via een omweg in zijn bezit kreeg, het typische kledingstuk voor iemand die niet op wil vallen.
    Het zou een aangenaam effect zijn als deze uitgave de herinnering aan de schrijver levend houdt zo als het een gelukkige bijkomstigheid is dat hij een regering met de PVV als grootste partij niet meer heeft hoeven meemaken.
    middelr@xs4all.nl

    Terug