Leesimpressies

  • Stefan Zweig: Die Welt von Gestern

  • Nr. 7 - 2008
  • Stefan Zweig werd in 1881 in Wenen geboren, de toenmalige hoofdstad van het grote Habsburgse keizerrijk. In 1942 stierf hij samen met zijn tweede vrouw een zelfgekozen dood in Brazilië. De wereld die hem dierbaar was, bestond niet meer. Het is juist die wereld die met passie wordt opgeroepen in Die Welt von Gestern. Het boek kreeg als ondertitel mee “herinneringen van een Europeaan”. Zweig typeert zichzelf als Oostenrijker, jood, schrijver, humanist en pacifist. Zijn vader verwierf als grootindustrieel in textiel een vermogen. Moeder kwam uit een internationaal georiënteerde familie van bankiers, artsen en advocaten. Als schrijver liet Zweig een omvangrijk oeuvre na waarvan Schachnovelle nog steeds als een juweeltje mag gelden. Zijn herinneringen zijn vorig jaar opnieuw in Nederlandse vertaling uitgebracht. Eerder was dat werk al in de reeks Privédomein verschenen.


    De wereld waarin Zweig opgroeide bestond uit zekerheid. Met de keizer aan het hoofd was er geloof in vooruitgang stoelend op wetenschap en techniek. In sociaal opzicht kregen mensen meer rechten. Oorlog en revolutie waren uit den boze. Deze periode wordt aangeduid met het begrip Konzilianz. Wenen was een stad van cultuur waaraan het joodse deel van de bevolking volwaardig deelnam. De jonge Zweig genoot met volle teugen. Zijn belangstelling ging vooral uit naar kunst en minder naar politiek. Het Burgtheater en de vermaarde koffiehuizen, waar buitenlandse kranten discussiestof leverden, staan symbool voor het geestelijke klimaat in de Oostenrijkse hoofdstad. Alle beschrijvingen zijn doordrenkt van enthousiasme. Alleen over het onderwijssysteem is Zweig uiterst kritisch. De school was een troosteloze leerkazerne waar docenten na jaren nog de namen van hun leerlingen niet kenden. Discipline was het belangrijkste dat je op de houten banken gedoceerd kreeg. Zijn beste schoolherinnering was toen hij op de laatste schooldag de deur definitief achter zich dicht trok. Hoe aantrekkelijk Wenen ook was, Zweigs nieuwsgierigheid reikte verder. Hij studeerde een periode in Berlijn en maakte reizen naar Brussel, Londen en Parijs. De lichtstad beviel hem het best ondanks een diefstal uit zijn hotelkamer. Een Franse politieman, ein gemütlicher schnurrbärtiger Herr achter een chaotisch bureau, bracht de oplossing.

    De Eerste Wereldoorlog vormde met een schok een inbreuk op een gelukkig bestaan. Troonopvolger Franz Ferdinand en zijn vrouw werden in Bosnië vermoord. De eerste dagen wees niets op een oorlog. Franz Ferdinand was allerminst populair en het leven leek zijn gewone loop te hernemen. De aandacht ging uit naar de vraag of de troonopvolger, die beneden zijn stand getrouwd was, wel in het keizerlijke graf kon worden bijgezet. Dan wordt de toon in de kranten, als bij afspraak, grimmiger. Servië wordt van medeplichtigheid beschuldigd. De behoefte aan vergelding steekt de kop op. Op dat moment reist Zweig zoals gepland gewoon af naar De Haan bij Oostende. De sfeer is levendig en aangenaam maar opeens verschijnen er Belgische militairen op het strand. Zweig keert terug naar huis. Als hij met de trein bij Verviers de grens over gaat, ziet hij in omgekeerde richting de kanonnen België binnentrekken. Aan het eind van de oorlog beleeft Zweig opnieuw op het spoor een bijzonder moment. Op de terugreis vanuit Zwitserland moet zijn trein pas op de plaats maken. Op dat moment verlaat de laatste keizer voorgoed Oostenrijk. Een traditie van 700 jaar is ten einde.

    Een groot deel van het boek is ingeruimd voor ontmoetingen met andere mensen. Het is bijna ongelofelijk met welke bekende persoonlijkheden Zweig allemaal contact onderhield. Theodor Herzl, de grondlegger van het Zionisme, biedt hem publicatieruimte bij de Neuen Freien Presse. In Frankrijk sluit hij een nauwe vriendschap met de schrijver en pacifist Romain Rolland. In Zwitserland is er een ontmoeting met James Joyce en later in Londen zal hij van dichtbij getuige zijn van het laatste levensjaar van Sigmund Freud die dan al zwaar door zijn ziekte getekend is. Rathenau, Rilke, Richard Strauss, Mahler en James Ensor maken onder velen hun opwachting. Via een buurvrouw loopt er zelfs een lijn naar Goethe.

    Zweig beschikt in ruime mate over het vermogen tot bewonderen. Veel van zijn literaire werk is gewijd aan biografieën van bekende mensen. Daarnaast legde hij een verzameling aan met handschriften van kunstenaars. De buitenwereld komt steeds meer in het teken van catastrofes te staan. Een gelukkig intermezzo vormt 1924 tot 1933, een periode vanaf het einde van de gierende inflatie tot aan de machtsovername van Hitler. De boeken van Zweig bereiken grote oplages. Tijdens het nazisme zullen ze echter op de brandstapel belanden.

    Zweig verhuist van Wenen naar een huis op een heuvel bij Salzburg bij wijze van spreken in het schootsveld van Berchtesgaden. Als er bij hem in 1934 huiszoeking naar wapens gedaan wordt, is het moment gekomen om de koffers te pakken. Londen wordt een nieuwe thuisbasis. Daar verneemt hij het bericht dat Duitsland Polen is binnengevallen. Oostenrijk als zelfstandig land bestaat al niet meer. Met deze gebeurtenissen eindigt het boek. Hoewel er ook in de eenentwintigste eeuw fiakers langs de Ringstrasse trekken, is Die Welt von Gestern definitief voorbij.

    Terug