Leesimpressies

  • Steven Levitsky en Daniel Ziblatt: How democracies die

  • Nr. 12 - 2022
  • Verkiezingen horen bij democratie als een wespentaille bij een mannequin. De Romeinen zouden zeggen een conditio sine qua non. Eerder wees David van Reybrouck onder de provocerende titel “Tegen verkiezingen” op enkele bedenkingen. Politieke partijen vormen de pijler onder verkiezingen. Sinds slechts een handjevol mensen daarvan lid is, staat de legitimiteit onder de druk. Van een andere orde is het probleem van de tijdhorizon. Vanwege een beperkte cyclusduur hebben politici vooral oog voor de korte termijn. Ze willen herkozen worden maar veel van onze problemen vereisen een aanpak van lange adem: milieu, huisvesting, migratie. Levitsky en Ziblatt, politicologen van Harvard, snijden een ander minpunt aan. Zij wijzen erop dat democratieën in het verleden vooral bedreigd werden door staatsgrepen. De Fransen spreken over een coup d’état wat mooier klinkt maar net zo smerig is. Tegenwoordig hebben democratieën vooral te duchten van verkiezingen. Iemand grijpt de macht via de stembus en draait vervolgens de democratie geleidelijk de nek om. Erdogan, Chavez, Fujimori, Orban en Trump zijn daarvan voorbeelden en laten we aartsvader Hitler niet vergeten. Democratie brengt iemand aan de macht die zich vervolgens van de principia niks aantrekt. Het is wenselijk een autocraat te herkennen voor hij aan de macht komt.

    De auteurs hebben een checklist ontworpen die bestaat uit vier hoofdrubrieken. Het eerste punt is het verwerpen van democratische spelregels. Dan gaat het om het diskwalificeren van verkiezingen, van de grondwet maar ook om het in twijfel trekken van de onafhankelijke rechtspraak. Het tweede punt is het diskwalificeren van politieke tegenstanders. Zij zijn geen rivalen maar vijanden. Het derde punt is het accepteren of aanmoedigen van geweld. Op de vierde plaats is er het beknotten van de rechten van anderen inclusief het aan banden leggen van de media. Levitsky en Ziblatt wijzen erop dat Trump zich aan alle vier had schuldig gemaakt nog voordat hij in 2016 aan de macht kwam. Het boek werd gepubliceerd in 2018 dus ruimschoots voor de bestorming van het Capitool. De auteurs geven in hun diagnose een beknopt en lezenswaardig overzicht op mondiale schaal. Voor de therapie focussen zij vooral op de Amerikaanse situatie. Ook in Nederland neemt het aantal publicaties toe waarin zorgen geuit worden over de kracht van onze democratie. Onderschatten we niet de gevaren die van buiten, Poetin, en van binnen op de loer liggen? Democratie en rechtsstaat verdienen bescherming. Weerbaarheid is gewenst. Democratie vraagt continu om onderhoud.

    Democracy is the recurrent suspicion that more than half of the people are right more than half of the time. Democracy is the score at the beginning of the ninth


    Mensen fronsen de wenkbrauwen over de stijl van de debatten in de kamer. Het gaat om taalgebruik, om langdradigheid en onvermogen of is het onwil om argumenten te wisselen. Er is zelfs gerede twijfel aan democratische gezindheid. Er worden bedreigingen geuit en sommige partijen lijken weinig op te hebben met democratie en rechtsstaat. De voorzitter van het parlement en de politieke partijen van goede wil zouden alerter moeten zijn. Vorig jaar november kwam de kamer in opspraak. Verruwing in het parlement legitimeert verruwing in de samenleving. Dat leidde tot een consultatierondje door de voorzitter. Maanden later volgde een slap debat. Er komt geen taalpolitie maar voorzitter en de kamer zelf dienen zich actiever op te stellen. Dat belooft weinig goeds. Als zich deze week het drankorgel van Volt afsplitst, hebben we twintig partijen in de Tweede Kamer. Het op de bres staan voor de democratie zelf is niet hun primaire taak. Evenmin heeft de kamer op dat vlak serieuze bevoegdheden. Het parlement behoort zich bezig te houden met het controleren van de regering en het fungeren als medewetgever. Het parlement is een uiting van democratie en rechtsstaat en niet het platform om het bestaan daarvan te verdedigen. Democratie en rechtsstaat zijn niet boven kritiek verheven. Amendementen zijn welkom maar het parlement is niet de plek om aan de orde te stellen of er wel democratie zou moeten zijn. Het parlement is een exponent van democratie, een gegeven dat vanzelfsprekend behoort te zijn. Het oordeel of een partij in democratisch opzicht te goeder trouw is, zou in handen moeten zijn van een specifiek daartoe aangesteld college. Momenteel komt de meest actuele bedreiging uit de hoek van extreemrechts. Extreemlinks en islamisme kunnen op een ander moment even goed een realistische bedreiging vormen. Het gaat erom het gevaar te pareren, te bepalen vanonder welke steen het komt is minder relevant.
    Nederland kent geen Constitutioneel Hof zoals onder meer Duitsland en de Verenigde Staten dat wel hebben. Rechters mogen niet toetsen of wetten in de pas lopen met de grondwet. Bij ons doet de wetgever dat zelf. Er zijn vaker pleidooien gehouden voor de instelling van een Constitutioneel Hof. Paul Cliteur gaf daarvoor een onderbouwing toen hij nog een gezaghebbend hoogleraar was. Pieter Omtzigt, een kamerlid bij uitstek dat zich bezig houdt met de versterking van de relatie tussen staat en burger, is voorstander van een Constitutioneel Hof. Waarom zou een Constitutioneel Hof zich ook niet mogen buigen over de geloofsbrieven van een politieke partij. Doen de statuten van een partij, doet het partijprogramma, doen uitspraken en gedrag van prominente partijvertegenwoordigers recht aan de principes van democratie en rechtsstaat. Zo niet dan behoort een partij uitgesloten te worden van verkiezingen. Op dit moment bepaalt de Kiesraad welke partijen mogen deelnemen. De Kiesraad houdt zich bezig met uitvoeringstechnische kwesties. Ze kijkt naar handtekeningen en of er betaald is. De Kiesraad past geen inhoudelijk oordeel. Er zou geen enkele andere wet veranderd of aangescherpt hoeven worden als een Constitutioneel Hof zou oordelen over de geoorloofdheid van een partij om deel te nemen aan verkiezingen. Uitingsvrijheid in de samenleving blijft in dezelfde mate van kracht als voorheen. Om het verwijt de wind uit de zeilen te nemen dat een regering langs de omweg van het Constitutioneel Hof zich zou kunnen ontdoen van een lastige oppositie dient een regering geen enkele zeggenschap te hebben in de benoeming van de leden van het Hof. Je zou een constructie kunnen bedenken waarbij de benoeming in handen gelegd wordt van de Hoge Colleges van Staat en de hoogste organen van de rechterlijke macht. Dan wijzen Staten-Generaal, Raad van State, Nationale Ombudsman, Algemene Rekenkamer samen met de Hoge Raad en de Raad voor de Rechtspraak de rechters aan.
    In Nederland hebben parlementariërs een ruimere uitingsvrijheid vanwege het immuniteitsbeginsel dan gewone burgers. Als er tussen deze twee al een onderscheid zou moeten zijn, dan ligt het toch voor de hand dat de burger de meeste speelruimte toekomt. Op de opiniepagina van een krant zou een artikel dat nut en noodzaak van democratie en rechtsstaat aan de orde stelt wel degelijk kunnen verschijnen. In het parlement is die opvatting buiten de orde. Op het voetbalveld gebruik je geen hockeystick. Het beschermen van de democratie gaat de hele samenleving aan en is te belangrijk om in handen van de Tweede Kamer te leggen te meer als het probleem zich daar manifesteert. Denk aan de wijsheid van Einstein dat een orgaan dat het probleem heeft geschapen, het probleem niet zal oplossen. Na verkiezingen kan het te laat zijn. Op naar een weerbare democratie.
    middelr@xs4all.nl

    Terug