Leesimpressies

  • Thomas More: Utopia

  • Nr. 27 - 2014
  • In 1516 publiceerde de Brit Thomas More zijn schets van de ideale samenleving onder de titel Utopia. In de eeuwen daarna zou de eigennaam zich ontwikkelen tot een soortnaam. Utopia werd een begrip. Het voorbeeld diende velen tot navolging. Utopia verscheen oorspronkelijk in het Latijn. De Engelse versie als Penguin Classic stond enige decennia ongelezen in mijn bibliotheek tot de Nederlandse denker John de Mol zijn versie publiceerde. Ik probeer De Mol te begrijpen tegen de achtergrond van het origineel . Het werk van More vormt een toegankelijke en bondige schets dat de tijd goed heeft doorstaan. De versie van More bestaat uit twee boeken. Het eerste boek bevat een weergave van een discussie tussen enkele opinieleiders, het tweede bevat de weergave van het ideaal. Bij latere pogingen zal steeds blijken dat Utopia ontstaat als een negatie van een ongewenste feitelijke situatie. Het ideaal is derhalve getekend door de context tijdens het moment van conceptie. Kent een samenleving een ongelijke verdeling van welstand dan zal het ideaalbeeld noties bevatten om hier iets tegen te doen. Dit mechanisme is bij More in sterke mate werkzaam. In het Engeland van More was armoede een prominent verschijnsel. Er stond op diefstal de doodstraf. More propageert een eerlijker verdeling van goederen waardoor in zijn visie elementen van christendom en communisme herkenbaar zijn.

    Utopia is een eiland dat zich bevindt op duidelijke afstand van de buitenwereld. Alleen zo kan iets nieuws gedijen. Om een eerlijke verdeling van goederen mogelijk te maken is in het Utopia van More persoonlijk bezit uit den boze. Ook geld is er niet voor handen. Daardoor is vermogenscriminaliteit al per definitie uitgesloten. Er zijn trouwens weinig wetten in Utopia. De ene wet roept als het ware de andere op waardoor al gauw niemand meer door de bomen het bos ziet. Advocaten zijn overbodig. Elke burger kan direct zelf aan de rechter toevertrouwen wat hij anders via de omweg van een advocaat zou doen. More beschrijft gedetailleerd het getrapte stelsel waarlangs besluitvorming plaatsvindt. Alles is gericht op het geluk van alle deelnemers. Luxe is overbodig. Aan make-up is geen behoefte. Het noodzakelijke is aanwezig. Iedereen, mannen en vrouwen participeren in gelijke mate, werkt zes uur per dag. Een vrijgestelde groep die zelf niks bijdraagt, denk aan de adel, kent men er niet.. Bij toerbeurt leven de bewoners twee jaar in de stad en op het platteland. In levensbeschouwelijk opzicht is er verscheidenheid en verdraagzaamheid. Een rijk geestelijk leven is de aangewezen route naar geluk voor iedereen.

    It’s wrong to deprive someone else of a pleasure so that you can enjoy one yourself, but to deprive yourself of a pleasure so that you can add to someone else’s enjoyment is an act of humanity by which you always gain more than you lose


    Bij More staat veel in het teken van altruïsme. In zijn Utopia heerst eenvormigheid. Mensen dragen allemaal dezelfde kleren en alle huizen zien er hetzelfde uit. Zoals More op de schouders staat van Plato’s Republiek, staat John de Mol op de schouders van Thomas More. Sinds januari kan het televisiepubliek dagelijks op alle werkdagen zien hoe vijftien Nederlandse bewoners gestalte geven aan hun Utopia. Via internet is permanente getuigenis mogelijk. Het boek is ingeruild voor modernere media. John de Mol laat zijn ideale samenleving zien aan de hand van zijn personages. Kwade tongen beweren dat hij een stelletje halve garen exploiteert om de kijkcijfers van een verlopen pornozender op te krikken. De kritiek luidt dat hij zijn brekebeentjes in bescherming had moeten nemen tegen hun eigen narcisme. Niets is minder waar. De personages valt niks aan te rekenen. Alles is ontsproten aan het creatieve brein van De Mol. Hij houdt ons een spiegel voor. Hij geeft een signaal af en stelt negatieve trends in de samenleving aan de kaak. Ook laat hij in rauwe naaktheid de schaduwkanten zien van commerciële televisie. De personages vormen zijn boodschap. Alle rollen zijn door hem geconstrueerd, de dialogen door hem geschreven.
    De casting is in alle zorgvuldigheid gebeurd. Voor zijn hoofdrollen weigerde hij gebruik te maken van sterren als Halina Reijn en Pierre Bokma. Hun bekende statuur zou de overdracht van de diepere lagen in de boodschap maar in de weg staan. Voor zijn hoofdrollen heeft hij zijn oog laten vallen op Billy en Ruud. Alle rollen worden gespeeld door figuranten uit reclamefilms voor B merken. De vijftien bewoners leven niet op een eiland maar rond een loods op een afgelegen plek in het Gooi. Let op het gedurfde symbolische karakter van deze keuze. Een jaar lang mogen de bewoners het terrein niet verlaten. Wel mag een ieder eenmalig zijn of haar familieleden ontvangen. De Mol heeft, pragmaticus als hij is, met de directie van een belendende psychiatrische kliniek de afspraak gemaakt een jaar lang te mogen beschikken over de bewoners van Paviljoen 3. Zij spelen hun rol met overgave, soms zelfs iets te overenthousiast. Om Utopia op waarde te kunnen schatten is het nodig om de belangrijkste spelers nader te leren kennen.
    Billy. Kunstenares en hysterica. Zij verandert elke vijf seconden van mening gewoonlijk met behulp van een huilbui. Zij houdt zielsveel van Ruud. Als een nieuwe bewoner extra make-up spullen heeft meegebracht, maakt ze een orgastisch dansje. Haar favoriete uitspraak is: “optiefen Ruud”.
    Ruud. Ook Ruud is een dubbeltalent: grappenmaker en nietsnut. Hij steekt voor de grap de loods in brand waar de bewoners vertoeven en zet midden in de nacht de sirene in werking. Regelmatig neukt hij Billy voor de kijkcijfers en voor de grap. Zelfs de koeien begrijpen hem niet.
    Charlotte. Is de schlemiel van het gezelschap. Alles mislukt wat zij aanpakt: een heteroseksuele verhouding, stoppen met roken, een plaatje opnemen, afvallen, een homoseksuele verhouding. Wel kan zij de hele dag woordjes achter elkaar zeggen die helaas allemaal afkomstig zijn uit verschillende zinnen.
    Rienk. Van huis uit zwerver. Loopt altijd op blote voeten en heeft daar lange tenen aan overgehouden. Godsdienstwaanzinnige die graag aan God uitlegt wat Hij met de Bijbel bedoeld heeft. Is verliefd op Nicoline maar de liefde wordt niet geconsumeerd omdat de moeder van Nicoline dat niet goed vindt.
    Wie wel eens naar Utopia heeft gekeken, krijgt de aangrijpende beelden nooit meer van het netvlies gewist. Kunst wordt kunst als er sprake is van impact. John de Mol heeft het weer geflikt.

    Terug