Leesimpressies

  • Wim de Bie: Morgen zal ik mijn mannetje staan

  • Nr. 16 - 2023
  • De schok bij het overlijden van Wim de Bie werd enigszins verzacht door het overweldigende eerbetoon dat hem in de media ten deel viel. Ook het aanvankelijke zwijgen van Kees van Kooten was indrukwekkend. We moeten maar voor lief nemen dat sommige zegslieden wat al te publiekelijk pochen op hun dikke vriendschap met de man die niet meer was. Het begint een trend te worden dat tegen elkaar opbieden wie de overledene het meest na stond. Jammer dat Koot en Bie daar nooit een typetje van gemaakt hebben ergens halverwege tussen professor Akkermans en dr. Clavan. Zo veel aandacht voor een duo dat al 25 jaar met hun televisieprogramma was gestopt. Dat zegt iets over de prominente plek die zij in ons collectieve geheugen hebben verworven. Onmiskenbaar zijn zij de beste televisiemakers die ons land heeft voortgebracht. Om nog maar te zwijgen van de vele boeken, langspeelplaten en bescheurkalenders als onderdeel van die productieve erfenis. Een goede reden om “Morgen zal ik mijn mannetje staan” uit de kast te halen. Ik telde 10 boeken van Wim de Bie en 22 van Kees van Kooten, een onderscheid dat op geen enkele manier afbreuk doet aan de volstrekt gelijkwaardige verhouding binnen het duo. De bescheurkalenders heb ik helaas niet bewaard. Niemand schilt zo economisch een peertje als professor Arnold Heertje.

    Het fundament van mijn opvoeding was in handen van mijn ouders en het onderwijs. Later wezen schrijvers en denkers de weg bij het vinden van een levenshouding. Wim de Bie en Kees van Kooten, in zekere zin ook Freek de Jonge, zorgden voor een moreel ijkpunt. Met humor als wapen wezen zij de weg naar wat niet deugde. Hun kritische blik fungeerde als richtingwijzer. Koot en Bie zaten boven op de actualiteit en gingen daar soms aan vooraf. De persiflage op Mark Rutte lang voordat deze in de politiek zijn brood verdiende is om in te lijsten. Voordat de charlatans van het populisme aan hun opmars begonnen was er de Tegenpartij. Al die typetjes waren uitvergrotingen maar bleven altijd herkenbaar. We zagen hen in de wereld om ons heen. Niemand kan mij wijs maken dat Arnold Karskens en Freek Vonk echt bestaan. Voor wie goed kijkt blijft het vakkundige grimeurwerk van Arjen van der Grijn waarneembaar. Caroline van der Plas lijkt een volle nicht van Berendien uit Wisp .

    Soms confronteerden Koot en Bie je brutaalweg met eigen zwakke plekken. Was ik eerder geboren dan had ik mij zeker aangemeld bij de verzetsgroep van Arie en Gé Temmes. Wees bescheiden en blokkeer niet het blikveld van de Juinense burgemeester, probeer ik ter harte te nemen


    Wim de Bie schreef Morgen zal ik mijn mannetje staan in 1990. Het is een toekomstroman die zich afspeelt in 1997. In april van dat jaar heeft zich een geweldloze revolutie voltrokken met nieuwe machtsverhoudingen. De minderheidsgroepen zijn opeens de baas. Wim de Bie heeft een uitnodiging gekregen, net als vijftig andere omroepmedewerkers, oelewappers in zijn ogen, om te brainstormen in een conferentieoord over de toekomstige inrichting van het publieke bestel. Zijn geliefde had nog zo gewaarschuwd om niet op de uitnodiging in te gaan. Een screeningscommissie neemt in de vorm van een verhoor het verleden van De Bie onder de loep. Hoe gedroeg hij zich als 5-jarige kleuter tijdens het Bevrijdingsfeest. Zong hij het Wilhelmus mee? Hoe raakte hij in de ban van de padvinderij? In wat voor gezin groeide hij op? Wat was zijn houding jegens klasgenoten met een allochtone afkomst? Hoe vervulde hij zijn dienstplicht? Het boek bestaat uit een mengeling van autobiografie en maatschappelijke satire. De screeningscommissie wordt voorgezeten door een Surinaamse man, een Molukse vrouw fungeert als secretaresse en kent als leden vertegenwoordigers van de Marokkaanse en Turkse gemeenschap. Langzaam neemt enthousiasme bezit van Wim de Bie. De voorzitter verzoekt hem een nieuwe meer passende versie van het volkslied te ontwerpen. Voor de vlag is al een nieuwe versie beschikbaar. De Bie zou wel eens de beoogde algemeen directeur van het nieuwe omroepbestel kunnen zijn. Dan valt de voorzitter van de screeningscommissie in ongenade. Het perspectief voor De Bie kantelt. Uit zijn verleden zijn te veel vraagtekens gerezen. Het oordeel luidt dat hij nooit meer op televisie mag verschijnen. De Bie ontpopt zich vanaf dat moment als een tegenstander van het nieuwe regime. Hij zal zich met Van Kooten beraden hoe in het geweer te komen.
    Ook Morgen zal ik mijn mannetje staan bevat vele vooraankondigingen van latere ontwikkelingen op het vlak van politieke correctheid. In plaats van verbanning uit het omroepbestel is er nu in werkelijkheid een verdrietig einde aan een bijzondere loopbaan gekomen. Het beeld dat mensen van hem schetsen is dat van een scherpzinnig, verlegen en beminnelijk mens met gelukkig een bevrijdend talent voor driftbuien. Met enige regelmaat haal ik het boek Ons kent ons tevoorschijn. Roel Bazen heeft met behulp van foto’s de vele onvergetelijke types vastgelegd. Dat boek is een geheugensteun om dierbare herinneringen op te halen. Ik zal dat blijven raadplegen. Voor nu is er voor Wim de Bie rust in het vertrouwde gezelschap van de heren Van Es, Foppe en De Rochebrune. Dirk pakt een extra pilsje en houdt de wacht.
    middelr@xs4all.nl

    Terug