Leesimpressies

  • Yasmina Reza: Gelukkig de gelukkigen

  • Nr. 21 - 2014
  • De naam Yasmina Reza kwam ik voor het eerst tegen bij de film Carnage onder regie van Roman Polanski, waarvoor zij het scenario schreef. Een schooljongen heeft een leeftijdgenoot afgetuigd. De ouders van de dader gaan op bezoek bij de ouders van het slachtoffer. De film begint als een oefening in welgemanierdheid maar ontspoort snel. Er ontstaat een verbale veldslag waarbij de toeschouwer de ongemakkelijke rol van getuige krijgt toebedeeld. De echtparen nemen niet alleen elkaar op de korrel maar bekvechten ook heel wat af met de eigen partner. De film doet denken aan een moderne variant op Who’s afraid of Virginia Woolf. Zo’n dertig jaar nadat ik het acteerwerk van Elizabeth Taylor en Richard Burton aanschouwde, is die film nog steeds in staat huiveringwekkende herinneringen te produceren. Een demonstratie van bloed onder de nagels vandaan halen. Wie een dergelijk stuk kan schrijven, durft de duivel in zichzelf onder ogen te komen. Yasmina Reza, française met joods Iraanse wortels, heeft die moed in huis. De toneelacteur Reza schrijft ook boeken. Na Carnage was mijn nieuwsgierigheid gewekt.

    In eigen land kreeg Yasmina Reza veel aandacht voor haar boek Dageraad, avond of nacht, waarin zij Nicolas Sarkozy op de voet volgt in zijn race om het presidentschap. Ze krijgt toegang tot in de coulissen. Wie belangstelling heeft voor machtshonger, komt in dit boek aan zijn trekken. In deze materie ben ik niet neutraal. De man stond me al tegen als minister van Binnenlandse Zaken in zijn aanpak van de onlusten in de banlieues van Parijs. Typisch een geval van kleine mannetjes parmantigheid. Reza vindt de kwalificatie antipathieke authenticiteit het treffendst al voelt zij ook bewondering voor de man vooral op de momenten dat de camera’s niet draaien. Sinds kort is van Reza Gelukkig de gelukkigen in vertaling beschikbaar. De toneelauteur verloochent zich niet. Het boek is een optelsom van korte scènes met meervoudige hoofdpersonen. Elk hoofdstuk draagt de titel van de persoon wiens perspectief aan de beurt is. In totaal gaat het om 18 verschillende personen. Drie van hen komen twee keer aan het woord. De intrigerende titel is een citaat uit een gedicht van Jorge Luis Borges.

    Gelukkig de beminden en de minnaars en zij die zonder liefde kunnen. Gelukkig de gelukkigen


    Net als in Carnage focust Reza in deze roman op de doorligplekken in menselijke relaties. Soms gaat het om zakenpartners, soms om bridgepartners, soms om bloedverwantschap maar meestal om liefdesrelaties. Het huwelijk lijkt niet de plek daarvoor te zijn. De personages zijn veel in de weer met buitenechtelijke relaties. Er wordt wat af geschimpt op de huwelijkse status. Je kunt er een aardige bloemlezing van samenstellen. Een vrouwelijk personage merkt op. “Ik heb een hekel aan echtparen. Hun hypocrisie. Hun zelfgenoegzaamheid.” Een manlijk personage brengt in. “Een echtpaar valt niet te begrijpen, zelfs niet als je er deel van uitmaakt.” Voordat Robert met Odile trouwde had zijn schoonvader hem nog voor Odile gewaarschuwd. Ze is stomvervelend was zijn oordeel aangevuld met het inzicht dat een eerste huwelijk altijd zwaar is. Schoonpapa had kennis van zaken want hij was nog bij zijn eerste vrouw.
    Geleidelijk worden de dwarsverbanden tussen de 18 personages duidelijk. Bij elke nieuwe naam rijst de vraag in welke relatie hij of zij staat tot degenen die we inmiddels hebben leren kennen. Dat houdt de nieuwsgierigheid van de lezer levend. Zodra we iemand leren kennen, krijgen we snel zicht op diens wrijfplekken. De titel suggereert meer geluk dan de roman te bieden heeft. Fricties zitten in grote en kleine zaken. Typerend is het begin van de roman waarin de journalist Robert Toscane, getrouwd met advocate Odile, met zijn echtgenote ruziet in de supermarkt. Hoe heeft hij het in zijn hoofd gehaald om bij de kaasafdeling geen gruyère te bestellen. Grote hartstochten en triviale terzijdes wisselen elkaar af. Dat leidt soms tot grappige voorvallen. Zo realiseert een vrouw zich op het moment dat haar minnaar zijn gulp opent en zijn geslacht te voorschijn haalt dat de bank in zijn huis turquoise is, wat slecht kleurt bij de rest van het meubilair.
    De verhalen vormen een zwarte komedie van het moderne leven. Toch blijft de roman steken in een aaneenschakeling van losse momenten. Voor een roman kent Gelukkig de gelukkigen te weinig ontwikkeling. Het boze oog van Reza is te veel een afstandelijk registrerende camera. Veel compassie roepen de personages niet op. Als je het boek uit hebt ben je onmiddellijk kwijt wie wie ook weer was. De uitsneden van het dagelijks leven beklijven niet. Hoe bizar ze ook zijn. Misschien herinner ik me over een poos alleen nog de zoon van een echtpaar waar Robert en Odile mee bevriend zijn. De jongen neemt zijn bewondering voor Céline Dion zo serieus dat hij haar wordt. Hij voelt zich Canadees staatsburger en spreekt met haar accent. Psychiatrische behandeling is onvermijdelijk. Het huwelijk baart in Frankrijk soms rare jongens.

    Terug